Tabel B2
Gegevens voor de stabiliteitberekeningen
Opzet a-posteriori instabiliteitkansanalyse (EXCEL-spreadsheet)
Aan de hand van de gevoeligheidscoëfficiënten die uit de a-priori instabiliteit- kansanalyses komen wordt eerst de correlatie tussen de kritieke faalmodes voor historische en toetssituatie berekend, als volgt:
B9)
Hierin zijn de α i,Tde gevoeligheidscoëfficiënten voor de verschillende stochasten (hier symbolisch aangegeven met het subscript i ) in de a-priori analyses voor de toetssituatie, de α i,Hde overeenkomstige gevoeligheidscoëfficiënten voor de historische situatie en de ρ i,THde correlaties tussen de stochasten in toets en historische situatie.
Voor de verschillende stochastische grondparameters moet worden uitgegaan van volledige correlatie tussen toets en historische situatie. Verder kan (nagenoeg) volledige correlatie tussen rekenmodelonzekerheden in historische- en toets-situatie worden verondersteld, wanneer uit de a-priori analyses blijkt dat de kritieke faalmodes in beide situaties nagenoeg identiek zijn. Variaties van freatische water-spanningen (en ook waterspanningen in diepere cohesieve lagen) zijn voor een substantieel deel het gevolg van autonome processen die niet of slechts zwak samenhangen met de feitelijke hoogwatergebeurtenissen. Bijvoorbeeld: afwijkingen van voorspelde freatische waterspanningen zijn voor een groot deel het gevolg van cumulatief effect van neerslag en verdamping in een langere periode vooraf-gaande aan de hoogwaterstand. Variaties van waterspanningen in diepere cohesieve grondlagen zijn het gevolg van lange termijneffecten. Onzekerheden over water-spanningen in toets- en historische situatie worden om die reden beschouwd als ongecorreleerd, en worden dus verondersteld niet bij te dragen aan de correlatie tussen de mechanismen in toets- en historische situatie.
Met de aldus bepaalde correlatie tussen de mechanismen in de toets- en in de historische situatie, en de berekende a-priori betrouwbaarheidsindices voor die situaties, kunnen gebruikmakend van vergelijkingen (11) en (12) in hoofdstuk 6 de a-posteriori betrouwbaarheidsindex en a-posteriori instabiliteitkans worden bepaald. Door in de spreadsheettoepassing de ρ i,TH, die mogelijk aanleiding geven tot discussie, te variëren kan de gevoeligheid van de a-posteriori kans worden onderzocht.