Zoeken in deze site

Schematisatie stochast zeewaterstand - Bijlage C Probabilistisch model van het benedenrivierengebied

Schematisatie stochast zeewaterstand

Het benedenrivierengebied kent – aan zee – drie benedenstroomse randen waar informatie van de waterstand voor nodig is (zie ook De Waal, 2006):

  • Maasmond;

  • Haringvliet Noord;

  • Haringvliet Zuid.

    De waterstand op deze drie locaties is zo sterk gecorreleerd dat een beschrijving met één stochast volstaat. De zeewaterstand Maasmond wordt als stochast te gebruikt. De water- standen op de twee locaties Haringvliet worden hier op eenduidige wijze van afgeleid. Het verloop van de waterstand Maasmond is een samengesteld effect van astronomisch getij en eventuele stormopzet.

Het astronomisch getij bestaat uit:

  • gemiddelde zeestand;

  • de getijgolf (springtij/gemiddeld tij/doodtij).

    De stormopzet bestaat uit:

  • stormopzethoogte;

  • stormopzetduur;

  • het faseverschil tussen de stormopzet top en de top van het astronomisch getij.

    De stochastische parameter zeewaterstand wordt gedefinieerd als de topwaarde (m) van de waterstand Maasmond per getijperiode. Om de doorwerking van die topstand m op de rivier te kunnen berekenen is, voor de zeven westelijke richtingen ZW, WZW, ..., N de stochast geschematiseerd als een gemiddeld astronomisch getij waarop een stormopzet is gesuperponeerd (Figuur C.4). De topwaterstand is gelijk aan m.

    De stormopzet is geschematiseerd met een trapeziumvormig verloop (Figuur C.3). Het tra- pezium wordt geparametriseerd door drie parameters: de maximale stormopzethoogte Hs, stormopzetduur Ts en de fase Fs tussen astronomisch hoogwater en maximale stormopzet.

    Figuur C.3 Schematisatie stormopzet

    afbeelding_frombase64_0

    Figuur C.4 Stormopzetverloop, gecombineerd met het getij

    afbeelding_frombase64_1

    Voor de toetsberekeningen is gekozen voor Ts = 29 uur en Fs = -4,5 uur (maximum van stormopzet valt 4.5 uur ná het maximum van de naburige getijtop).

    Bijlage 2 uit Geerse (2003a) stelt dat de keuze Fs = -4,5 uur eventueel iets aan de vei- lige kant kan zijn. Nieuw onderzoek op het gebied van de windstatistiek, in relatie tot waterstandsverlopen tijdens stormvloeden, zouden tot nieuwe inzichten kunnen leiden.

    Beleidsmatig is daarom bij de oude keuzes van Ts en Fs gebleven. Voor ontwerpdoeleinden is een stormopzetduur van 29 uur te laag. Aanbevolen wordt uit te gaan van een waarde van 35 uur (zie verder paragraaf 9.4.2).

    De stochast zeewaterstand wordt gekarakteriseerd door de hoogste waterstand in de getij- periode. Voor de berekening van de toetspeilen is gekozen voor:

    Stochast zeewaterstand:

  • Westelijke winden (ZW, WZW, W, WNW, NW, NNW, N), 6 waarden namelijk: 1,11 m (gemiddeld getij, geen opzet), 2 m, 3 m, 4 m, 5 m, 6 m.

  • Oostelijke winden (NNO, NO, ONO, O, OZO, ZO, ZZO, Z, ZZW), 1 waarde: 1,30 m (springtij, geen opzet).

Bron

Technisch Rapport: Ontwerpbelastingen voor het Rivierengebied (TROR)

Hoofdstuk
Bijlage C Probabilistisch model van het benedenrivierengebied
Auteur
Velzen E.H. van, D. Beyer, H. Berger, Greese C., H. Schelfhout
Organisatie auteur
Rijkswaterstaat – Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
Opdrachtgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Expertise Netwerk Waterkeren
Verschijningsdatum
Juli 2007
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.