Lokale waterstandsverhogingen
In vrijwel gesloten bekkens kunnen zich slingeringen voordoen bij het plotseling wegvallen van de windbelasting; hierdoor kan een waterstandsverhoging ten gevolge van opwaaiing veranderen in een even grote verlaging, en een verlaging ten gevolge van afwaaiing veranderen in een even grote verhoging.
In langgerekte bekkens, die aan één zijde zijn afgesloten en in verbinding staan met het buitenwater, zoals havens, kunnen opslingeringen (‘seiches’) optreden. Hierbij treedt een sterke vergroting op van laagfrequente variaties van de buitenwaterstand. Significante effecten van seiches zijn alleen te verwachten bij langgerekte en grote bekkens. Voorbeelden zijn de bekkens in het Europoortgebied (golfperiodes tussen 10 en 180 minuten), de havens van Vlissingen (golfperiode kleiner dan 10 minuten), en de haven van IJmuiden (periode circa 10 minuten).
Als (Ref.) Hydraulische randvoorwaarden voor primaire waterkeringen geen uitsluitsel geeft, kan de grootte van een seiche op twee wijzen worden bepaald:
- Op grond van registraties; daar, waar significante seiches op kunnen treden, zijn in het algemeen ook registraties beschikbaar.
- Op grond van numerieke berekeningen door hierin gespecialiseerde diensten.
Naast seiches kunnen zich dwarsslingeringen en kortere langsslingeringen voordoen. Deze zullen ook uit bestaande registraties bekend zijn.
Voor de berekening van lokale waterstandsverhogingen door lokale opwaaiing, buistoten en buioscillaties kan aan zee en delta’s, tenzij in het randvoorwaardenboek anders wordt geadviseerd, gebruik worden gemaakt van § 5.5 van de Leidraad Benedenrivieren en het rapport van de Deltacommissie deel 4.