Kansverdeling afvoer
Deze paragraaf beschrijft in het kort welke gegevens voor de afvoerstatistiek nodig zijn in Hydra-B. Voor de HR 2001 zijn deze beschreven in Kalk et al, (2001).
Voor de berekening van Fhoog(h) uit paragraaf C.2 (methode hoge afvoeren) zijn nodig, voor Lobith zowel als Lith:
- Een set van standaardafvoergolven voor de afvoertoppen boven de grensafvoer qg;
- De overschrijdingsfrequentie van de piekwaarden van afvoergolven (werklijn).
De standaardafvoergolven voor Lobith zoals beschreven in Kalk et al. (2001) zijn gegenereerd met de zogenaamde golfvormgenerator (Klopstra en Vrisou van Eck, 1999). Om aan een set van standaardafvoergolven voor Lith te komen, is in Kalk et al. (2001) eerst een set standaardafvoergolven voor Borgharen bepaald met de golfvormgenerator. Die zijn vervolgens met het waterbewegingsmodel WAQUA vertaald naar een set van standaardafvoergolven voor Lith; deze set vormt de invoer voor Hydra-B.2
Door interpolatie zijn standaardafvoergolven met iedere gewenste piekwaarde te bepalen.
Voor de methode voor lage afvoeren is de dagenlijn nodig, die het gemiddeld aantal dagen per winterhalfjaar geeft dat een bepaald afvoerniveau wordt overschreden. De dagenlijn is dus niet hetzelfde als de werklijn. De werklijn geeft het gemiddelde aantal malen aan dat een piekafvoer wordt overschreden in een winterhalfjaar. De dagenlijnen voor Lobith en Lith zijn afgeleid in Kalk et al. (2001). De eerder genoemde kansdichtheid g(q) volgt als minus de afgeleide van de dagenlijn, die daarna nog door 182 moet worden gedeeld, zoals weergegeven in de volgende vergelijking
g(q) = - [dD(q)/dq] / 182