Functie-analyse van de bekleding
De bekledingen kunnen op diverse wijzen een bijdrage leveren aan de verschillende functies van een dijklichaam:
- Als een noodzakelijke bescherming van het onder/achterliggende grondlichaam en/of reductie van de golfoploop met het oog op het handhaven van de uit de wettelijke veiligheidsnorm vereiste sterkte van de kering;
- Ten behoeve van het beperken van onderhoud: de optredende schade moet kleiner zijn dan de uit economisch oogpunt toelaatbare schade;
- Het leveren van een bijdrage aan de waterdichtheid van de kering;
- Een esthetisch/natuurlijke bijdrage; gericht op de overige gebruiksfuncties van de waterkering.
Vaak is een combinatie van deze bijdragen aanwezig.
Er kan uit een veelheid van bekledingstypen worden gekozen (Ref. Leidraad Zee- en Meerdijken Basisrapport). Dit zal nader worden toegelicht in de nog uit te brengen technische rapporten Asfaltconstructies en Bekledingen. De opbouw van een bekleding op een zandlichaam bestaat, afhankelijk van het type bekleding, uit minimaal één laag (toplaag) tot maximaal vier lagen (een toplaag op een filter op een geotextiel, op een kleilaag).
Een waterkerend grondlichaam moet bij maatgevende omstandigheden voldoende hoogte, stabiliteit en waterdichtheid bezitten. Het grondlichaam kan daarbij in ‘dynamisch’ evenwicht verkeren of in ‘statisch’ evenwicht.
Dynamisch evenwicht
Dynamisch evenwicht is mogelijk bij grondlichamen opgebouwd uit zand, die belast worden door golven (duinen langs de kust). Het profiel past zich daarbij aan de hydraulische omstandigheden (waterstand en golven) aan: bij zware storm verflauwt het profiel door afslag, bij rustig weer transporteren golven en wind zand omhoog en versteilt het profiel. Er is daarbij dus voortdurend sprake van dwarstransport van materiaal, waarbij de massa van het grondlichaam gemiddeld niet verandert, tenzij er sprake is van een gradiënt in het langstransport; in dit geval kan het profiel aangroeien of afnemen. De grote breedte van een duin zorgt voor de waterkerende functie. In voorkomende gevallen wordt een (dreigende) afname van het dwarsprofiel van een duin verkleind door een duinvoetverdediging en door helmbeplanting, terwijl zandvangschermen de aangroei concentreren.
Dynamisch evenwicht bij een grondlichaam van zand is alleen mogelijk bij continu wisselende waterstanden (getij). Bij grover materiaal (grind) is ook dynamisch evenwicht mogelijk bij stagnant water.
Dimensioneringsregels voor dynamisch evenwicht bij een grondlichaam bestaande uit alleen zand staan in de (Ref.) Leidraad Zandige Kust. Waterkerende grondlichamen van grind komen niet voor. Wel kan grind als toplaag worden gebruikt als dit vanuit andere functies wordt gewenst, bijvoorbeeld als surfstrand langs de waterlijn (Ref. Leidraad Zee- en Meerdijken Basisrapport).
Statisch evenwicht
Een dijklichaam, dat gaat worden opgebouwd uit materialen, die niet golf- en stroombestendig zijn en waar geen dynamisch evenwicht mogelijk is of kan worden toegelaten, moet in de meeste gevallen worden beschermd tegen erosie. Dit gebeurt meestal door het aanbrengen van bekledingen direct op het grondlichaam. Alleen bij niet-primaire waterkeringen komen situaties voor, waarbij golf- en stromingsaanval door een brede natte berm met verdedigde rug (Ref. Oeverbeschermingsmaterialen) uit de buurt van het waterkerend grondlichaam worden gehouden.