Begrippen Technische leidraden
q
x
y
Zandscheg
Een insluiting van zand tussen de kleilaag van de bekleding en de kleikern.
Zandsuppletie
Hoeveelheden zand die op het strand of onder de waterlijn worden aangebracht om een (veelal) eroderende kustlijn te versterken.
Zandverlies in langsrichting
Situatie waarbij tijdens storm netto zandvolume uit een raai verdwijnt als gevolg van een langstransportgradiënt.
Zeearm
Lange smalle inham van een zee in het land.
Zeedijk
Primaire waterkering die zout water keert.
Zeegang
Zie windgolven.
Zeegat
Toegang tot de open zee; plaats waar een rivier of binnenzee in open zee uitmondt.
Zeereep
Eerste aaneengesloten duinenrij vanaf het strand.
Zeespiegelrijzing
De rijzing van de gemiddelde zeestand ten opzichte van N.A.P.
Zeespiegelstijging
De stijging van de gemiddelde zeestand ten opzichte van NAP.
Zetting
Verticale verplaatsing als gevolg van volumeverkleining van samendrukbare lagen in de ondergrond, hoofdzakelijk ten gevolge van een bovenbelasting, de eigen massa en/of het uittreden van water.
Zettingsvloeiing
Een mechanisme waarbij zand in een onderwatertalud schijnbaar spontaan vervloeit, waardoor tot honderdduizenden kubieke meters zand over afstanden van soms honderden meters verplaatst kunnen worden.
ZH
Zuid-Holland.
Zode
Zie graszode.
Zoetwaterbel
Zoete grondwatermassa in doorlatende grond (duinen), die het zoute water in de ondergrond heeft verdrongen.
Zomerbed
Deel van de rivier waar bij normale en lagere waterstanden de rivierafvoer plaatsvindt.
Zomerdijk
Zie ‘zomerkade’.
Zomerkade
Begrenzing van zomer- en winterbed van de rivier.
Zonnebrand
Het verschijnsel van incidentele basaltzuilen die sterk verweren.
Zool
Onderkant van het dijklichaam.