Begrippen Technische leidraden - Letter n
n
q
x
y
Naijling of uitloopeffect
Het langzaam wegvloeien van de opgebouwde waterhoeveelheid in de dijk (berging) bij een situatie na hoogwater (waterspanningen blijven hierdoor lang hoog).
NAP
Normaal Amsterdams Peil.
NAP-daling
Daling van het NAP-vlak als gevolg van onderlinge bewegingen in de aardkorst. Wegens het ontbreken van een meetbaar referentiepunt kan deze daling niet zelfstandig, maar alleen in combinatie met de getijhoogwaterstijging worden gekwantificeerd.
NAP-vlak
Referentievlak voor de hoogteligging van objecten.
Nat kunstwerk
Civiel-bouwkundige constructie die onderdeel is van een vaarweg of waterweg met als doel regulering van de waterstanden, passage van schepen, hoogwaterbescherming, kruising van waterwegen of afvoer van water.
Naviduct
Combinatie van sluis en aquaduct die als constructie één geheel vormen.
Nb-wet
Natuurbeschermingswet.
NEN
Nederlandse Eenheidsnorm van het Nederlands Normalisatie Instituut.
NH
Noord-Holland.
Niet waterkerend object
Objecten op of in de dijk die geen waterkerende functie hebben, zoals leidingen, woningen en andere opstallen, gemalen en bomen.
Niet-primaire (water)kering
Regionale (water)kering. Waterkering die niet is aangegeven in Bijlage I of Bijlage IA van de Wet op de waterkering.
Nominale waarde
Gemiddelde waarde of mediane waarde.
Noodoverloopgebied
Gebied dat in extreme omstandigheden gecontroleerd kan overstromen.
Noorse steen
Verzamelnaam voor stenen die in de ijstijd door ijsmassa’s zijn meegenomen en die in de 19e en begin 20e eeuw in Midden- en Noord-Nederland als bekleding op de dijk zijn aangebracht (Noordse steen, Drentse steen, Poolse steen, flinten).
Norm
Toelaatbare overstromingskans van een dijktraject. De norm wordt uitgedrukt in de ondergrens of signaleringswaarde.
Normaal Amsterdams Peil
Hoogte ten opzichte van het ′Amsterdams Peil’, de gemiddelde zomervloedstand van het lJ voor Amsterdam toen dit nog in vrije verbinding stond met de Zuiderzee.
Normaal onderhoud
Vast en variabel onderhoud dat tijdig wordt uitgevoerd door de beheerder, waardoor het kwaliteitsniveau van de onderdelen van de kering boven het vastgestelde minimum blijft.
Normfalen
Normfalen van een technisch systeem houdt in dat het systeem rekenkundig voor een of meer functies niet aan de wettelijke of juridische kansnorm wordt voldaan.
Normfrequentie
Nog net toelaatbare overstromingskans van een dijktraject.
Normtraject
Waterkeringtraject of (in juridische termen) dijktraject waarvoor in de Waterwet een faalkanseis is gegeven (ook traject).