Begrippen Technische leidraden
q
x
y
Toetsing
Periodieke beoordeling van de veiligheid en sterkte van waterkeringen.
Toetsing op veiligheid
Eens per twaalf jaar toetsen de beheerders de waterkeringen aan de wettelijke veiligheidsnormen. Sinds 2017 heet dit 'beoordelen'.
Toetsingsmodel
Model waarmee na invoering van een stelsel dijkhoogten de bijbehorende dijkringfrequentie kan worden berekend.
Toetsingsronde
Cyclus van rapportage over de veiligheid van de waterkeringen van beheerder aan Gedeputeerde Staten, van Gedeputeerde Staten aan de Minister en van de Minister aan de Staten-Generaal.
Toetsinstrumentarium
Alle informatie, regelgeving en instrumenten op basis waarvan de hoogte en sterkte van een waterkering wordt getoetst. Sinds 2017 heet dit 'beoordelen'.
Toetsoordeel
Resultaat van een eenvoudige toets, gedetailleerde toets of toets op maat.
Toetsoordeel per traject
Resultaat van een toetsspoor of een combinatie van toetssporen voor een dijktraject.
Toetsoordeel per vak of per vak per toetsspoor
Resultaat van een toetsspoor voor een vak.
Toetspeil
Waterstand, die wordt gebruikt voor het beoordelen van de toestand van de waterkeringen, met een overschrijdingsfrequentie conform Bijlage II bij de Wet op de Waterkering. In het Toetspeil is de verwachte waterstandsstijging (inclusief NAP-daling) tot en met de peildatum verwerkt. De Toetspeilen voor rivieren zijn gegeven op de as van de rivier; voor meren op enige afstand uit de teen van de waterkering (meestal 200 m), voor duinen op de NAP -20 m dieptelijn en voor de overige waterkeringen langs de kust en estuaria meestal nabij de teen van de waterkering.
Toetsprocedure
Het uitvoeren van de toetsprocedure is onderdeel van een veiligheidsbeoordeling conform het beoordelingsinstrumentarium WBI 2017. De toetsprocedure bestaat uit verschillende toetsen die moeten worden uitgevoerd om te komen tot een veiligheidsoordeel over het traject.
Toetsspoor
De wijze waarop een mechanisme of een onderdeel van de waterkering wordt beoordeeld.
Toetsvlak
Een deel van de bekleding waarvoor geldt dat de randvoorwaarden en kenmerken bij benadering constant zijn.
Toetsvoorschrift
De receptuur voor het bepalen van een toetsoordeel. De voorschriften betreffen de beoordeling per toetsspoor.
Tonrondte
De ronding in het oppervlak van de toplaag (in de verticale dwarsdoorsnede).
Toplaag
Buitenste verdedigingslaag van een taludbekleding.
Toplaagdikte
Het gemiddelde van de elementhoogte over het elementoppervlak (toplaagelementhoogte).
Toplaaginstabiliteit
Faalmechanisme waarbij één of meer toplaagelementen uit de zetting worden gedrukt door waterdruk onder de toplaag.
Toplaagstabiliteit
Weerstand tegen erosie of afdrukken van de toplaag van de dijk.
Topvervlakking
Het verschijnsel dat een hoogwatergolf benedenwaarts gaande afvlakt.
Transgressie
Periode met snelle zeespiegelstijging en terugschrijding van de kustlijn.