Begrippen Technische leidraden
q
x
y
Palenwand
Een palenwand is opgebouwd uit een rij in de grond gevormde, overlappende palen van beton of cementgrout, eventueel gewapend om buigende momenten te kunnen opnemen.
Partiële (veiligheids)factor
Vermenigvuldigingsfactor die (mits >1 en voor een parameter die bijdraagt aan de sterkte) resulteert in een strengere betrouwbaarheidseis.
Partiële factor
Factor waarmee een representatieve waarde vermenigvuldigd (of gedeeld) wordt ter verkrijging van de rekenwaarde. De partiële factoren dienen om onzekerheden in belastingen, materiaaleigenschappen, rekenmethodes, gevolgen van falen en de overschrijdingskans van grenstoestanden in rekening te brengen.
Pathogenen
Ziekteverwekkende organismen, zoals virussen, aaltjes, e.d.
Patroonpenetratie
Penetratie met asfalt of beton van een breuksteenbekleding over een deel van het oppervlak.
Peil
De hoogte van de waterstand.
Peilbuis
Algemene term voor een in de grond geplaatste buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter voorzien van een filter, waarin de grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten.
Peildatum
Datum, vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Milieu, waarop het veiligheidsoordeel over de primaire waterkering betrekking heeft.
Penetratie (van bitumen)
De getalwaarde van de indringing, uitgedrukt in eenheden van 0,1 mm, van een standaard naald die verticaal op het oppervlak van een bitumineus materiaal is geplaatst onder gespecificeerde condities van temperatuur, belasting en tijd
Penetratie-index
Een maat voor de temperatuurafhankelijkheid van de viscositeit van bitumen
Persleiding
Leidingsysteem waar onder druk een vloeistof of een gas doorheen wordt gepompt.
Petit graniet
Blokvormig toplaagtype van graniet, destijds afkomstig van leverancier Petit.
Pionierduin
(= primaire duintjes) Eerste duinen die ontstaan op het strand door het invangen van zand door in eerste instantie biestarwegras. Als de situatie zich verder natuurlijk kan ontwikkelen worden de duintjes hoger en kunnen andere soorten planten als helm de zandinvangende functie van biestarwegras overnemen.
Piping
Het verschijnsel dat onder een waterkering (dijk of kunstwerk) holle pijpvormige ruimte ontstaan, ten gevolge van een geconcentreerde kwelstroom waarbij gronddeeltjes worden meegevoerd; dit verschijnsel wordt ook onderloopsheid genoemd. In de feitelijke definitie is sprake van piping indien zich een doorgaand open kanaal heeft gevormd van intreepunt tot uittreepunt doordat het erosieproces van een zandmeevoerende wel niet stopt.
PIT-Polygoonzuil
Type betonzuilen.
Plaatbekleding
Monoliete en waterdichte bekleding.
Planperiode
Periode waarvoor de voorziene wijzigingen in omstandigheden worden meegenomen in het ontwerp van een waterkering.
Plasberm
Zie teenbestorting.
Plasticiteitsindex
Verschil in vochtgehalte van cohesieve grond tussen de vloeigrens (overgang van vloeibare in plastische toestand) en de uitrolgrens (overgang van plastische in halfvaste toestand).
Plus/min-afweging
Afweging waarbij de volgorde van geschiktheid van varianten wordt bepaald.