Zoeken in deze site

Effecten afschuiven op niet waterkerende objecten - Methode ‘Restbreedte bij Overhoogte’

Effecten afschuiven op niet waterkerende objecten

Er kunnen zich vele andere soorten van objecten in de waterkering bevinden, die niet direct een waterkerende functie hebben, bijvoorbeeld een pijpleiding of windmolen. Een risico van afschuiving van het binnentalud is dat deze ernstig beschadigd worden. Daarnaast kan deze schade indirect tot schade aan de waterkering leiden. Zo kunnen bijvoorbeeld pijpleidingen bezwijken, leidend tot het instromen van buitenwater door de gebroken leiding, of leidend tot erosie van het restprofiel door het uitstromende medium.

Voor dijksecties die beoordeeld worden met de ‘Restbreedte-bij-Overhoogte’- methode en waarin zich ook niet direct waterkerende objecten bevinden, zal de beoordeling van deze objecten eveneens na afschuiving plaatsvinden.

Bron

Technisch Rapport Actuele sterkte van dijken (TRASD)

Hoofdstuk
Methode ‘Restbreedte bij Overhoogte’
Auteur
Blommaart P.J.L, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, M.T. van der Meer, J.D. Stoop
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau, GeoDelft, Grontmij Advies & Techniek, Rijkswaterstaat Waterdienst
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Waterdienst
Verschijningsdatum
Maart 2009
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.