Zoeken in deze site

Overige constructies - Niet waterkerende objecten

Overige constructies

Het belangrijkste aandachtspunt bij wegen is de fundering. Omdat deze meestal van een ander materiaal is opgebouwd dan de dijk, vormt de fundering een discontinuïteit. Vooral indien de fundering van een doorlatend materiaal is samengesteld, is er gevaar voor onderloopsheid. Om dit te voorkomen dient de afsluitende kleilaag op het buitentalud door te lopen ter hoogte van de fundering. Een alternatief kan zijn de fundering uit een niet waterdoorlatend materiaal op te bouwen, bijvoorbeeld een materiaal dat door verkitting ondoorlatend wordt, of gestabiliseerd zand. Hierbij bestaat echter de kans op scheurvorming, waardoor deze oplossing niet de voorkeur verdient.

Andere aandachtspunten bij wegen zijn:

  • Begroeiing in de wegbermen is kwetsbaar voor uitwijkend verkeer;
  • Bebakening en andere objecten;
  • Indringing van hemelwater in open verhardingen en wegbermen;
  • Vormgeving van op- en afritten.

Een goede aansluiting van de bekleding van het binnen- en buitentalud, zonodig met een speciale overgangsconstructie, is gewenst. Dit geldt ook voor de wegverhardingen op de op- en afritten. De vormgeving van de grondlichamen van de op- en afritten vergt speciale aandacht, enerzijds teneinde de stabiliteit te waarborgen en anderzijds om te voorkomen dat er, met name in de oksels, plaatsen ontstaan waar de grasmat niet goed kan worden onderhouden. Buitendijkse op- en afritten hebben vaak een verhoogde stroom- en/of golfbelasting en zijn daardoor extra gevoelig voor erosie. Tevens is het onderhoud van een grasmat op een op-/afrit minder makkelijk dan op een rechte strekking, waardoor vaak zwakke plekken in de grasmat ontstaan.

De verkeersbelasting dient in de stabiliteitsberekeningen als een statische belasting te worden beschouwd. Trillingen veroorzaakt door verkeer kunnen tot wateroverspanningen leiden indien de grond in de dijk verzadigd is.

Bij tunnels bestaan twee mogelijkheden om aan de waterkerende functie te voldoen:

  1. Kanteldijken;
  2. Afsluitmiddelen.

In het eerste geval dienen de kanteldijken geheel ontworpen te zijn als grondconstructies.

In het tweede geval is de tunnel een Waterkerend kunstwerk en dient deze volgens de Leidraad Waterkerende kunstwerken en bijzondere constructies te zijn ontworpen.

Aandachtspunten voor geleidewerken, kadeconstructies en aanlegsteigers zijn:

  • De aansluiting van de constructies aan het grondlichaam, in verband met erosie;
  • De doorlatendheid van het grondlichaam of het buitentalud, indien dit doorsneden wordt door constructieonderdelen;
  • Extra belastingen door verkeer, scheepvaart en de belastingen van de constructies zelf.

Bron

Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)

Hoofdstuk
Niet waterkerende objecten
Auteur
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
Juni 2011
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.