Zoeken in deze site

Lage buitenwaterstanden - Hydraulische belastingen

Lage buitenwaterstanden

Ten behoeve van de controle op macro-instabiliteit (binnen- en buitenwaarts) zijn ook situaties van belang met lagere buitenwaterstanden dan de maatgevende waterstand. In deze paragraaf komen deze waterstanden aan bod. Voor de betreffende belastingsituaties wordt verwezen naar hoofdstuk 6. Veel van de genoemde waterstanden kunnen worden ontleend aan de website www.waternormalen.nl. Hier staan voor diverse peilmeetstations waterstands- en afvoergegevens vermeld. Voor tussenliggende locaties kan worden geïn- terpoleerd. Voor de Vechtdelta zijn geen gegevens beschikbaar via deze website (stand april 2007).

Alleen bij schaardijken staat bij lage waterstanden het rivierwater direct tegen de dijk. In alle andere gevallen dient de bijbehorende waterstand te worden vertaald naar een bijbeho- rende grondwaterstand.

Gemiddeld laagwater (GLW)

Voor de belastingsituatie met extreme neerslag is een buitenwaterstand nodig die overeen- komt met Gemiddeld Laag Water (GLW). Voor de benedenrivieren is dit de waterstand die overeenkomt met gemiddelde afvoer en het laagwater van het gemiddeld getij.

Voor de bovenrivieren wordt aanbevolen de waterstand te gebruiken overeenkomend met de gemiddelde rivierafvoer.

Voor de IJssel- en Vechtdelta geldt de waterstand die optreedt bij een gemiddelde IJssel- en Vechtafvoer in combinatie met streefpeil van het IJsselmeer.

LW1/10-jaar

De macrostabiliteit dient ook verzekerd te zijn in geval van extreem lage waterstanden. Hiervoor wordt in de benedenrivieren de laagwaterstand gebruikt die 1 x per 10 jaar wordt onderschreden.

Voor de bovenrivieren is de LW1/10 niet gedefinieerd. Daarom is gekozen voor een prakti- sche uitwerking waarvan de gegevens beschikbaar zijn. Voor de Rijn wordt de waterstand geadviseerd die overeenkomt met de OLR-afvoer (Overeengekomen Lage Rijnafvoer).

Voor de Maas wordt geadviseerd om de gemiddelde zomerafvoer te kiezen. Voor het gestuwde deel van de Maas komen de waterstanden vrijwel overeen met de stuwpeilen. Voor de IJssel- en Vechtdelta dient hiervoor het winterstreefpeil van het IJsselmeer te wor- den aangehouden; dit wordt incidenteel onderschreden. Op de Vecht bovenstrooms van Vechterweerd wordt aanbevolen uit te gaan van het stuwpeil.

Uitvoeringsfase

De macrostabiliteit (zowel binnen- als buitenwaarts) dient ook tijdens de uitvoeringsfase gewaarborgd te zijn. Hiervoor wordt een buitenwaterstand toegepast die een 100 keer zo grote kans op overschrijding hebben dan MHW. .

Bron

Technisch Rapport: Ontwerpbelastingen voor het Rivierengebied (TROR)

Hoofdstuk
Hydraulische belastingen
Auteur
Velzen E.H. van, D. Beyer, H. Berger, Greese C., H. Schelfhout
Organisatie auteur
Rijkswaterstaat – Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
Opdrachtgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Expertise Netwerk Waterkeren
Verschijningsdatum
Juli 2007
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.