Na het bezwijken van de toplaag leveren de onderlagen nog enige sterkte (Erosie van de onderlagen ZEO), alvorens de bekleding faalt. Die sterkte van de onderlagen wordt bij het mechanisme afschuiving niet in rekening gebracht, omdat er veiligheidshalve van uitgegaan wordt dat afschuiving leidt tot een scheur door top en onderlagen samen. Daardoor ontstaat direct contact van de golven met de ondergrond van zand. Al deze mechanismen zijn opgenomen in de foutenboom gegeven in Figuur 8.3. De sterkte die ontleent wordt aan de erosie van de onderlagen wordt bij steenzettingen soms al aangeduid als reststerkte. Met de sterkte wordt dan uitsluitend de sterkte volgens het mechanisme waarbij de toplaag schade oploopt bedoeld. In deze rapportage wordt het begrip reststerkte gehanteerd voor de sterkte die niet gekwantificeerd is. Het bezwijken van de overgangs-, teen- of aansluitingsconstructie (ZOB) wordt niet in het WTI2017 getoetst en is daarom hier niet opgenomen. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de vijf andere initiële bezwijkmechanismen.