Twee duinregels met een duinvallei
In overigens brede duingebieden komt het soms voor dat de meest zeewaartse duinregel (zeereep) niet breed en hoog genoeg is om de ontwerpduinafslag te kunnen accommoderen. Al bij stormvloedomstandigheden die minder zwaar zijn dan de ontwerpcondities zal er doorbraak plaatsvinden. Met de procedures die in Deel D zijn beschreven kan de overschrijdingskans worden berekend die behoort bij het bezwijken van die eerste duinregel.
Onder ontwerpomstandigheden zal er dus van een doorbraak van de eerste duin- regel sprake zijn. De achterliggende duinvallei loopt onder water en de ‘veiligheid’ van het achterland moet nu worden gewaarborgd door de tweede duinregel. In de tweede duinregel, of wellicht nog verder landinwaarts, moet ook een, in een derge- lijk geval zeer waarschijnlijk ‘alternatief’, grensprofiel worden ingepast (zie punt 27).
Afhankelijk van de plaatselijke situatie (bijvoorbeeld breedte en diepte van de duinvallei, maar vooral ook de omvang van de eerste en de tweede duinregel), dient te worden nagegaan of het nodig wordt geacht voor de tweede duinregel een aparte duinafslagberekening te maken, met in dat geval aangepaste golfrand- voorwaarden. (Het gaat dan bij de golfrandvoorwaarden veelal om een combinatie van directe golfdoordringing van de golven op zee door de bres in de eerste duin- regel en locaal opgewekte golven in de duinvallei.)
Wanneer er van wordt uitgegaan dat een duinvallei tijdens ontwerpomstandigheden onder water komt te staan, dient er zorgvuldig te worden nagegaan of het zeewater niet via ‘de achterdeur’ het achterland kan bereiken. Dat zou kunnen gebeuren als in de ene JARKUS-raai (raai 1) de ontwerpafslag bijvoorbeeld nog goed in de eerste duinregel past, en dus ‘veilig’ is, terwijl in een belendende JARKUS-raai (raai 2) de feitelijke ‘veiligheid’ door de tweede duinregel wordt verzekerd. Als er dan geen goede aansluiting is tussen de eerste en de tweede duinregel nabij raai 1, kan er water uit de vallei achterlangs raai 1 het binnenland bereiken. Zonodig dienen er gepaste maatregelen te worden genomen voordat de gehele duinwaterkering als ‘veilig’ kan worden aangemerkt.