Zoeken in deze site

Randvoorwaarden voor het ontwerp voortvloeiend uit de uitvoering - Overige randvoorwaarden voor het ontwerp

Randvoorwaarden voor het ontwerp voortvloeiend uit de uitvoering

In het ontwerp dient rekening te worden gehouden met de volgende uitvoeringsaspecten:

  • ruimtebeslag bouwterrein (materiaal en materieel)

  • uitvoeringstijd en fasering (geen bouwwerkzaamheden in wintermaanden)

  • bereikbaarheid bouwterrein

  • invloed uitvoering op omgeving (trillingen, geluid, stabiliteit ontgraving, stabiliteit diepwandsleuf, afvoer grond diepwandsleuf)

  • hinder voor omwonenden (onder andere bereikbaarheid, uitzicht) In hoofdstuk 10 wordt hier nader op ingegaan.

    Daarnaast dienen bij het ontwerp de volgende uitvoeringsaspecten te worden beschouwd:

  • Bijzondere belastingen tijdens de uitvoering

    Bouwmaterieel en opslag van materiaal kunnen leiden tot ongunstige situaties voor de bestaande situatie.

  • Betonkwaliteit diepwand

    Een sterkte van B35 na 28 dagen is haalbaar gebleken indien met zorg wordt gewerkt. Een minimale sterkte van B25 kan als normale eis zonder veel moeite worden verwezen- lijkt.

    Dientengevolge worden diepwanden doorgaans ontworpen uitgaande van een betonkwaliteit B25.

  • Dikte diepwand

    De dikte van de diepwand dient te worden gelijkgesteld aan de breedte van de graafap- paratuur van diepwandsleuven. Gangbare maten hiervan zijn 0,4/0,5/0,6/0,8/1,0/1,2/1,5 en 2,0m. Voor de dimensionering van de betondoorsnede wordt van bovenstaande maten uitgegaan (dn) hoewel de werkelijke breedte van de sleuf, en dus ook de uitein- delijke dikte van de wand, iets groter kan zijn (da zie [24]).

  • Wapeningskorf diepwand

    Aan de wapeningskorf worden bij een diepwand speciale eisen gesteld wat betreft de doorstromingsopeningen bij het storten van de beton. Deze eisen hebben ook gevolgen voor de diameter van het wapeningsstaal. In hoofdstuk 10 wordt hier nader op ingegaan.

  • Waterdichtheid kistdam

    Voor damwanden in dijken is, bij normale uitvoering (niet uit het slot lopen van de planken), de waterdichtheid van de sloten voldoende verzekerd. In een grondkerende situatie worden de damwanden over het algemeen dichtgedrukt na de initiële zetting door gronddruk. Door aanslibbing en corrosie zal de waterdichtheid nog geleidelijk toe- nemen. De waterdichtheid is eventueel extra te verzekeren door:

    • aanbrengen kleischerm of kleikist aan binnenzijde van de buitenste damwand (ontwerpaspect)

    • aanbrengen van afdichtende pasta in de sloten al of niet in combinatie met een afdichtingsplaat (uitvoeringsaspect)

    • cement/bentonietkolommen aanbrengen ter plaatse van de damwandsloten tot in de ondoorlatende lagen beneden de dijk voordat de damplanken worden geïnstalleerd (uitvoeringsaspect).

  • Situering diepwand

    De waterdichtheid van een diepwand is doorgaans voldoende (zie hoofdstuk 9). Bij de keuze van de lokatie van de wand kan de invloed van het verloop van de freatische lijn in de dijk op de stabiliteit een rol spelen, zie paragraaf 3.4. Bij plaatsing aan de buiten- zijde van de dijk heeft de diepwand een belangrijke functie in de waterdichtheid van de dijk. Bij voldoende waterdichtheid van het dijklichaam kan plaatsing aan de binnenzijde van de dijk worden overwogen.

Bron

Technisch Rapport Kistdammen en Diepwanden in Waterkeringen (TR22)

Hoofdstuk
Overige randvoorwaarden voor het ontwerp
Auteur
Smidt J.Th de
Organisatie auteur
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Verschijningsdatum
11/1/2004 12:00:00 AM
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.