Grote ingrepen in het morfologisch systeem - Kustverdedigingsmaatregelen
De kustontwikkeling is een gevolg van de werking van het morfologisch systeem (zie par. 3.3.1). Vooral in gevallen waar er sprake is van structurele kusterosie, kan in feite worden gesteld, dat het morfologisch systeem een ongewenste kustontwikkeling met zich meebrengt.
Met een zandsuppletie wordt (uitzonderingen daargelaten) in feite niet in het morfologisch systeem ingegrepen; aan de onderliggende oorzaak van de structurele kusterosie wordt immers niets gedaan. Met strandhoofden of vooroeververdedigingen wordt weliswaar actief in het morfologisch systeem ingegrepen, maar deze ingrepen zijn veelal kleinschalig en van lokale betekenis.
In deze paragraaf worden maatregelen behandeld die bedoeld zijn om wezenlijk in het aanwezige morfologisch systeem in te grijpen, en daarmee tevens het erosie problemen op te lossen.
Er kan een opeenvolging worden onderkend in de grootte van de ingreep (of de interventie) in het morfologisch systeem met behulp van kustverdedigingsmaatregelen. Naarmate de interventie groter is, neemt ook de omvang van het invloed gebied toe en duurt het relatief langer voordat het morfologisch systeem zich heeft aangepast (grote tijd- en ruimteschalen). Uiteraard is er geen scherpe grens te trekken tussen de gebruikelijke harde kustverdedigingsmaatregelen en vele grote ingrepen. Een uitgebreide vooroeververdediging zou bijvoorbeeld wellicht ook als een grote ingreep kunnen worden aangemerkt.
Bij grote ingrepen in het morfologisch systeem kan worden gedacht aan maatregelen als:
Afdammen van een (opdringende) geul vlak onder de kust;
Het baggeren van een nieuwe geuI om het stroombeeld te heinvloeden;
De zeewaartse (uit)houw van een lange dam om het doorgaande zandtransport te onderbreken.
Het bewust handhaven (of stimuleren van de groei) van platen voor de kust
In deze paragraaf wordt ervan uitgegaan dat de ingrepen primair zijn bedoeld als kustverdedigingsmaatregel. Soms worden grote infrastructurele werken uitgevoerd (bouw haventoegang, afsluiting van een getijarm), die grote gevolgen hebben voor het morfologisch systeem. Deze gevolgen kunnen zowel positief als negatief zijn voor de kustontwikkeling.
In het rapport 'Zeewaartse kustverdediging' [RWS, TR20 (1989)] zijn enkele voorbeelden van mogelijke grote ingrepen langs de Nederlandse kust globaal uitgewerkt. In figuur 4.60 is een aan dit rapport ontleende mogelijkheid voor een grote ingreep in het morfologisch systeem van de Zeeuws-Vlaamse kust, in beknopte vorm weergegeven. De Ruig & Roelse (1992) hebben in een gevoeligheidsonderzoek aangegeven dat van een hangend strand alternatief (met onderwaterdam evenwijdig aan de kust) voor het erosieprobleem bij de Tienhonderdpolder in Zeeuwsch-Vlaanderen geen grote besparing kan worden verwacht in vergelijking met strandsuppleties [zie ook RWS (1993-c)].
Het doel van grote ingrepen in het morfologisch systeem
Structurele kusterosie baart vaak zorg. Het definitief doen stoppen van de doorgaande erosie is in de regel het primaire doel van de toepassing van een kustverdedigingsmaatregel. Wellicht leeft de wens om tevens wat van het verloren gegane terreinop de zee te herwinnen. De structurele kusterosie dient dan in een aanwas te worden omgezet. Als dat werkelijk het doel is, kan er aan grote ingrepen in het morfologisch systeem worden gedacht. In deze gevallen verdient het sterke aanbeveling om het doel van de maatregel zeer duidelijk te formuleren, omdat deze grote ingrepen verstrekkende morfologische gevolgen kunnen hebben.
De werking van grote ingrepen in het morfologisch systeem
De werking van grote ingrepen in het morfologisch systeem berust vaak op een significante beïnvloeding van stroomrichtingen, stroomsnelheden, golfhoogten en golfrichtingen. Hierdoor veranderen de grootte en de richting van aanwezige zandtransporten, met het gevolg dat erosieve trends kunnen omslaan in aanzandende trends.
Kwalitatief is de primaire werking van sommige grote ingrepen goed te begrijpen; kwantitatief blijven er bij het ontwerp van concrete gevallen vaak nog vele vragen open. Het is echter hoe dan ook duidelijk dat, indien de toepassing van een grote ingreep resulteert in een bevredigende kustontwikkeling van het probleemgebied, er in de nabijheid altijd een gebied aanwezig is waar de (nadelige) gevolgen van een dergelijke ingreep merkbaar zullen zijn. Hiermee dient terdege rekening te worden gehouden. In figuur 4.61 is een voorbeeld van een grote morfologische ingreep weergegeven.
Het ontwerp van grote ingrepen in het morfologisch systeem
Er zijn geen algemeen toepasbare ontwerpregels voor grote ingrepen in het morfologisch systeem aan te geven. Geval voor geval moet zorgvuldig worden bekeken. Alvorens daadwerkelijk met de uitvoering van een dergelijke ingreep wordt begonnen, dient een duidelijk inzicht te worden verkregen in de, wellicht negatieve, morfologische effecten in aangrenzende kustgebieden. Voor de kustverdediging van het kustvak Eierland op Texel met 'harde' maatregelen zijn in RWS (1993-a) enkele alternatieven uitgewerkt.
Bron
Basisrapport Zandige Kust (BRZK)
Hoofdstuk
Kustverdedigingsmaatregelen
Auteur
Verhagen H.J., H.D. Rakhorst, J. van de Graaff, J. van der Kolif, A.P. de Looff, A. Provoost, J. Reeder, H.J. Steetzel, S.C. van der Biezen, M. Boers, H.F.A. van Kampen, J.R. Rundberg, M.Z. Voorrendt, R.E. Jorissen, A.W. Kraak, M. Lofller, R.P. van der La
Organisatie auteur
International Institute for Haudraulic and Environmental Engineering (IHE) | Rijkswaterstaat | TU Delft | Hoogheemraadschap van Delftland | Waterschap Het Vrije van Sluis | Waterloopkundig Laboratorium