Beschrijving - Rekenvoorbeelden

Beschrijving

Voor deze case is uitgegaan van een fiktieve dijk in het bovenrivierengebied. De beschouwde dijkstrekking is 2 km lang, van hectometerpaal (hmp) 1 tot 21. Voor de eenvoud van deze case wordt aangenomen dat het dijkvak voldoet aan eisen met uitzondering van de eisen die ten aanzien van piping worden gesteld.

Topografie:

De dijk is op ongeveer 300 afstand van het zomerbed van de rivier gelegen. Buitendijks is een strand aanwezig over een lengte van circa 150 m tussen hmp 14 en hmp 15.5. In dezelfde strekking is binnendijks bebouwing aanwezig. Het terrein aansluitend aan de dijk buiten deze strekking is in gebruik als landbouwgrond.

Het maaiveldniveau binnendijks varieert enigszins (zie lengte-profiel binnendijks). Overigens zijn binnendijks geen sloten of andere waterpartijen aanwezig binnen de invloedssfeer van de waterkering. De breedte van de dijk is in Tabel 12.1 weergegeven.

Tabel 12.1 Breedte dijk en voorland

Bodemopbouw:

Het betreft een kleidijk die is aangelegd op een kleilaag met een variërende dikte. In het lengteprofiel is de dikte van de kleilaag binnendijks weergegeven. De kleilaag buitendijks is niet overal intact. In Tabel 12.1 is de afstand vanaf de buitenteen aangegeven, waarbinnen

wel een intacte kleilaag aanwezig is. Er zijn bij het grondonderzoek geen restanten van geulen aangetroffen. De dikte van de kleilaag buitendijks is tenminste 2 m.

De eerste watervoerende zandlaag heeft ter plaatse een dikte van maximaal 20 m. In Figuur

  1. is een schematische doorsnede gegeven.

    afbeelding_frombase64_0

    Figuur 12.1 Doorsnede van rivierdijk Case 1

Bron

Onderzoeksrapport zandmeevoerende wellen (1202123-003-GEO-0002)

Hoofdstuk
Rekenvoorbeelden
Auteur
Ulrich Förster, Geeralt van den Ham, Ed Calle, Gerard Kruse
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Waterdienst
PDF

Inhoudsopgave

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.