Berekening met MPROSTAB (ondiepe glijcirkelstabiliteit) vervolg - Bijlage B Probabilistische stabiliteitsanalyse
De berekende a-priori kans op instabiliteit voor de overleefde historische hoog- waterstand is 0,13. Omdat deze kans veel groter is dan voor de toetssituatie, kan geconcludeerd worden dat de overleefde historische aanzienlijk kritieker moet zijn geweest dan de toetssituatie en dat derhalve een analyse op basis van bewezen sterkte goede perspectieven biedt. De analyse wordt uitgevoerd met behulp van een spreadsheet (zie uitdraai Figuur B 2).
A posteriori instabiliteitkans voor dijkdoorsnede
Locatie: Voorbeeld
Bestanden:
Toetssitatie: D:\tras\m prostab\voorb1
Historische situatie: D:\tras\m prostab\voorb2 A priori instabiliteitkansen berekend met: M PROSTAB Samenvatting resultaten van a priori analyses:
wel/niet
Gevoeligheidscoefficienten: Toetssituatie: Historische sit.: Correlatie:alfa*corr.
Grondlaag1: alfa-coh (fluct) |
alfa 0.275 |
alfa^ 2 0.075625 |
alfa 0.215 |
alfa^ 2 0.046225 |
1 |
0.059125 |
alfacoh (gemidd) |
0.047 |
0.002209 |
0.047 |
0.002209 |
1 |
0.002209 |
alfa-tan(phi) (fluct) |
0.552 |
0.304704 |
0.554 |
0.306916 |
1 |
0.305808 |
alfa-tan(phi) (gem) |
0.107 |
0.011449 |
0.084 |
0.007056 |
1 |
0.008988 |
Grondlaag2: |
||||||
alfa-coh (fluct) |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 |
0 |
alfacoh (gemidd) |
0.102 |
0.010404 |
0.109 |
0.011881 |
1 |
0.011118 |
alfa-tan(phi) (fluct) |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 |
0 |
alfa-tan(phi) (gem) |
0.225 |
0.050625 |
0.198 |
0.039204 |
1 |
0.04455 |
Grondlaag3: |
||||||
alfa-coh (fluct) |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 |
0 |
alfacoh (gemidd) |
0.068 |
0.004624 |
0.071 |
0.005041 |
1 |
0.004828 |
alfa-tan(phi) (fluct) |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 |
0 |
alfa-tan(phi) (gem) |
0.121 |
0.014641 |
0.115 |
0.013225 |
1 |
0.013915 |
Grondlaag4: |
||||||
alfa-coh (fluct) |
0 |
0 |
1 |
0 |
||
alfacoh (gemidd) |
0 |
0 |
1 |
0 |
||
alfa-tan(phi) (fluct) |
0 |
0 |
1 |
0 |
||
alfa-tan(phi) (gem) |
0 |
0 |
1 |
0 |
||
Waterspanningen: |
||||||
alfa-freat: (toevallig) |
-0.163 |
0.026569 |
-0.253 |
0.064009 |
0 |
0 |
alfa-freat: (gecorreleerd) |
0 |
0 |
1 |
0 |
||
alfa-freat: (waterstand) |
-0.138 |
0.019044 |
0 |
0 |
0 |
|
alfa-PN zandlaag (toevallig) |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
alfa-PN zandlaag (gecorreleerd) |
0 |
0 |
1 |
0 |
||
alfa-PN zandllaag (waterstand) |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
M odelonzek erheid |
||||||
alfa-modelonzekerheid (gecorreleerd): |
0.6925 |
0.479556 |
0.71 |
0.5041 |
0.7 |
0.344173 |
alfa-modelonzekerheid (ongecorr.): |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
0 |
0 |
|||||
Som kwadraten: |
0.99945 |
0.999866 |
||||
alfa-resterend (idealiter 0): |
0.023447 |
0.00055 |
0.011576 |
0.000134 |
0 |
0 |
Correlatie tussen faalmodes toets en hist. Situatie: |
0.794714 |
A priori betrouwbaarheidsindices: |
3.124 |
1.127 |
A priori instabiliteitkansen: |
0.00089 |
0.12987 |
A posteriori betrouwbaarheidsindex: |
546.485 |
|
A posteriori instabiliteitkans: |
2.3E-08 |
Figuur B 2
Spreadsheetuitdraai ‘Bewezen-Sterkte’-Analyse
In het spreadsheet worden de gevoeligheidscoëfficiënten die berekend zijn in de MPROSTAB-analyses ingevuld (kolom ‘alfa’ onder de kopjes ‘Toetssituatie’ en ‘Historische sit.’). Hiermee wordt de correlatie tussen de bezwijkmodes in toets- en historische situatie berekend. In de kolom onder het kopje ‘wel/niet correlatie’ zijn de veronderstelde correlaties voor de verschillende stochasten in de MPROS- TAB-analyses weergegeven. Voor de grondeigenschappen zijn die correlaties op
1.0 gesteld. Voor de onzekerheid over freatische waterspanningen is ongecorre- leerdheid aangenomen. In beginsel is dat enigermate conservatief. Het is immers denkbaar dat een deel van de waterspanningsonzekerheden op dezelfde wijze gerealiseerd worden in historische en toetssituatie. Voor de rekenmodelonzekerheid is aangenomen dat die deels gecorreleerd is voor toets- en historische situatie (correlatiecoëfficiënt van 0.7). Omdat de kritieke glijcirkels in toets- en historische situatie identiek zijn is dit wellicht ook een wat voorzichtige aanname. Immers hoe groter de correlatiecoëfficiënt, hoe groter het ‘Bewezen-Sterkte’-effect.
Onderin het spreadsheet wordt aan de hand van de berekende a-priori betrouw- baarheidsindices voor toets- en historische situatie en de gevonden correlatie-
(0,795) de a-posteriori betrouwbaarheidsindex berekend (conform vergelijking 6.4 in de hoofdtekst). De berekende a-posteriori betrouwbaarheids-
index is 5,5, dit correspondeert met een instabiliteitkans van 2,3.10-8. Hiermee
wordt ruim voldaan aan het criterium van 2,5.10-6
Bron
Technisch Rapport Actuele sterkte van dijken (TRASD)
- Hoofdstuk
- Bijlage B Probabilistische stabiliteitsanalyse
- Auteur
-
Blommaart P.J.L, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, M.T. van der Meer, J.D. Stoop
- Organisatie auteur
-
Fugro Ingenieursbureau, GeoDelft, Grontmij Advies & Techniek, Rijkswaterstaat Waterdienst
- Opdrachtgever
-
Rijkswaterstaat Waterdienst
- Verschijningsdatum
-
Maart 2009
Over versie 1.0: 29 juni 2018
Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.