Zowel de gedetailleerde als geavanceerde beoordeling van Zettingsvloeiing bestaan uit het bepalen van de kans op falen van de dijk ten gevolge van een zettingsvloeiing en de vergelijking van die kans met een toelaatbare faalkans. Hierbij wordt de kans dat een zettingsvloeiing leidt tot het bezwijken van de waterkering bepaald op basis van ervaringsstatistiek genuanceerd met de kennis van de fysische mechanismen verweken en bressen. De faalkans wordt berekend door vermenigvuldiging van de twee onafhankelijke kansen; de kans dat een zettingsvloeiing optreedt (P[ZV]) en de kans dat de resulterende inscharing leidt tot schade aan het dijklichaam (P[overschrijding maximaal toelaatbaar schadeprofiel]). De berekende faalkans wordt vergeleken met de toelaatbare faalkans. Op de bepaling van de toelaatbare faalkans wordt in paragraaf 6.4 ingegaan.
Benadrukt wordt dat in de gedetailleerde toets met “faalkans” de kans op schade aan de dijk wordt bedoeld en niet de kans op overstromen. In de geavanceerde toets kan de “faalkans” wel de kans op overstromen betekenen. Hierop zal in paragraaf 6.6.4 nog op worden ingegaan.
Deze toetsregels zijn bedoeld als een handreiking t.b.v. het opstellen van een beheerdersoordeel in het kader van de verlengde derde toetsronde. De (inhoudelijke) kwaliteit van deze regels is gewaarborgd door een positief advies van ENW. De regels zijn echter (nog) niet opgenomen in de vigerende voorschriften of technische rapporten.