De bekleding moet bescherming bieden tegen belasting door golven.
Op het wateroppervlak komen altijd golven voor. Er zijn heel veel verschillende soorten golven, variërend van kleine korte golfjes tot lange deininggolven. In deze paragraaf worden golven besproken die door wind zijn gegenereerd of die ontstaan door passerende schepen. Deze golven variëren van enkele centimeters (feitelijk doen die er niet toe) tot metershoge golven die tijdens een storm op open water als de Noordzee kunnen ontstaan. Golven worden weergegeven met een karakteristieke golfhoogte en golfperiode. De golfhoogte is het hoogteverschil tussen de top en het dal van de golf en de golfperiode het tijdsverschil tussen twee opeenvolgende golven.
Deze golven kunnen een belasting op de waterkering geven. Deze belasting kan op verschillende manieren vorm krijgen. Om een goed inzicht te krijgen in de belasting door golven en de mogelijke faalmechanismen van bekledingen wordt het volgende in deze paragraaf besproken:
- verschillende typen belastingen door golven;
- te onderscheiden belastingzones;
- overzicht traditionele bekledingen;
- overzicht faalmechanismen traditionele bekledingen door golfwerking.
In Tabel 3-1 wordt een aantal relevante parameters gegeven die voornamelijk betrekking hebben op golven en stroming. Naast de golfhoogte en golfperiode is ook de duur van een storm, en daarmee de duur van de belasting, een belangrijke parameter. Voor een aantal bestaande bekledingen is bekend dat de duur van de belasting mede bepalend is voor de stabiliteit van de bekleding. Zware golfbelastingen komen met name voor bij zee- en meerdijken. In het bovenrivierengebied zijn de golven doorgaans klein.