Zoeken in deze site

Schadegetal - Rekenparameters voor Ontwerp en Toetsing van breuksteen

In het ontwerp en voor het toetsen dient er gebruik te worden gemaakt van een toelaatbaar schadegetal. Voor breuksteenbekledingen zoals overlagingen wordt er gewerkt met het schadegetal S. Voor teenbestortingen wordt er gewerkt met zowel het schadegetal S als het schadegetal Nod.

Het schadegetal S in de formules van Van der Meer is gedefinieerd als de oppervlakte van de gemiddelde schade in dwarsaanzicht (=erosie oppervlak, zie Figuur 6-4) gedeeld door het kwadraat van de nominale steendiameter Dn50. Dit komt grofweg overeen met het toelaatbare aantal stenen dat wordt uitgelicht over een strook met een breedte van Dn50 zonder de porositeit mee te tellen. Het schadegetal Nod in de teenbestortingformules is eveneens een maat voor het aantal stenen dat wordt verplaatst binnen een strook met breedte Dn50. Grofweg is het schadegetal S ongeveer tweemaal zo groot als het schadegetal Nod.

636149956522964877Image_031_png

Erosie oppervlak

Figuur 6-4: Definitie erosie oppervlak ten behoeve van bepaling schadegetal S

Het schadegetal S is ook afhankelijk van de taludhelling van de breuksteenbekleding. De grootte van het schadegetal kan vertaald worden naar een schadebeeld, variërend van “begin schade” tot “falen”, zie tabel 5.23 in de Rock Manual. De definitie “falen” houdt in dat aan het einde van de storm de onderlaag zichtbaar is geworden. De constructie heeft veel schade maar is dan nog goed herstelbaar.

Het schade getal Nod heeft ook een waarde voor “begin schade” en “falen”. Echter “falen” betekent hier dat de teenbestorting zijn hoofdfunctie (ondersteuning erbovenliggende bekleding) niet meer kan vervullen. Deze schade is veel lastiger herstelbaar omdat vaak de erbovenliggende bekleding dan ook naar onderen is verzakt.

Katern IV: Algemene informatie

Voor het berekenen van de benodigde steendiameter van een breuksteentalud, of breuksteenoverlaging tot ver boven het ontwerppeil of toetspeil (wat neerkomt op minimaal 1.Hs tot maximaal de kruinhoogte), wordt geen Y in rekening gebracht. Als de breuksteenoverlaging rond het ontwerp/toetspeil of lager wordt beëindigd, dan moet wel de reductiefactor Y toegepast worden op de stabiliteit. Dit laatste zorgt voor een grotere benodigde steendiameter.

ONTWERPEN

In het ontwerp voor breuksteenbekledingen dient gewerkt te worden met een schadegetal S, die aansluit bij het gemiddelde van het schadebeeld ‘intermediate damage’ uit de Rock Manual (zie tabel 5.23 aldaar). Daarnaast dient er een veiligheidscoëfficiënt van 1,1 te worden toegepast.

De S-waarde hoort bij een ontwerp met een laagdikte van 2Dn50 (highest point survey method) of 1,8Dn50 (spherical foot staff method). Wanneer er gekozen wordt voor een extra laag, nl. 3Dn50 (highest point survey method) dan is de toelaatbare schade ook groter. Dit geldt alleen voor een standaard breuksteenbekleding, die tot ruim boven de maatgevende waterstand doorlopen, en niet voor een overlaging. Tabel 6.4 geeft de S-waarden voor het ontwerp van breuksteenbekledingen.

Breuksteenoverlagingen dienen worden doorgezet met een laagdikte van 2Dn50 tot aan de bovenzijde van de afgekeurde steenzetting, zie Figuur 4-2. Een kleine reserve is aanwezig door de overlaging horizontaal naar de steenzetting af te werken. Wanneer een grotere reservelaag wordt aangelegd door de laagdikte over een afstand van 2Dn50hoger op het talud door te zetten (evenwijdig aan het talud gemeten), wordt meer veiligheid in het ontwerp gerealiseerd en kan met een grotere S-waarde worden gerekend. Tabel 6.5 geeft de te hanteren S-waarden in de Van der Meer formule aan.

Taludhelling

laagdikte van 2Dn50

laagdikte van 3Dn50

1:1.5

4

6

1:2

5

8

1:3

8

11

1:4

10

14

1:6

10

14

Taludhelling

laagdikte van 2Dn50

laagdikte van 3Dn50

1:1.5

4

6

1:2

5

8

1:3

8

11

1:4

10

14

1:6

10

14

S-waarden te gebruiken in de Van der Meer formules voor Ontwerp van breuksteenbekledingen, m.u.v. overlagingen

Taludhelling

Overlagingen met kleine reserve

Overlaging met extra reserve van 2Dn50 parallel aan talud

1:1.5

4

6

1:2

5

7

1:3

7

10

1:4

10

13

1:6

10

14

Taludhelling

Overlagingen met kleine reserve

Overlaging met extra reserve van 2Dn50 parallel aan talud

1:1.5

4

6

1:2

5

7

1:3

7

10

1:4

10

13

1:6

10

14

Tabel 6.5: S-waarden te gebruiken in de Van der Meer formules voor Ontwerp van breuksteenoverlagingen

Door deze keuzevrijheid kan de ontwerper een veilig en kosteneffectieve constructie ontwerpen.

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 4: Breuksteenbekledingen (HDD4)

Hoofdstuk
Rekenparameters voor Ontwerp en Toetsing van breuksteen
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.