Uit proeven met de golfoverslagsimulator is gebleken dat scherpe overgangen van een talud naar een berm of achterland gevoelig zijn voor initiatie van schade. Figuur 8.5 geeft hier een voorbeeld van. Het stromende water uit overslaande golven heeft een jetwerking op de horizontale berm. Reeds bij proeven met 10 l/s per m is initiatie van schade gebleken. Uit de proeven is verder gebleken dat een geleidelijke overgang van talud naar horizontale berm of achterland, dit mechanisme niet optreedt. Een geleidelijke overgang is dus minder gevoelig voor initiatie van schade.
Een discontinuïteit als gevolg van schade (rijsporen en dergelijke) op de kruin, talud, teen of berm kunnen grote invloed hebben op de initiatie van doorgaande schade in omstandigheden met golfoverslag. De discontinuïteiten in de vorm van een verdieping (hol of rijspoor o.i.d.) moeten dan wel van een omvang zijn waarbij de waterstroom vat kan krijgen op de benedenstroomse rand van de verdieping. Daarbij speelt ook de ondergrond een rol. Zo zijn bijvoorbeeld molgaten in een kleiige grasmat minder gevoelig voor doorgaande schade dan een molgat in een zandige ondergrond. Verder is het van belang of in het beschadigde deel
nog een wortelstelsel aanwezig is of niet. Als dit wel zo is, dan is niet direct schade te verwachten.
Figuur 8.5 Schade aan teen na 30 l/s per m (Golfoverslagproeven Boonweg, Fryslân)
Figuur 8.6 Overgang van talud naar wegovergang met doorgroeistenen (Golfoverslagproeven Vechtdijk)