Doorlatendheid - Asfalt

De mate van doorlatendheid wordt bepaald door de hoeveelheid holle ruimte en de onderlinge verbinding van de poriën. Bekledingen van waterkeringen moeten altijd gronddicht (of zanddicht) zijn, en soms waterdicht. Als een gronddoorlatend asfaltmengsel zoals open steenasfalt wordt toegepast, dan moet een gronddicht filter worden aangebracht.

Waterbouwasfaltbeton en met gietasfalt gepenetreerde breuksteen zijn onder normale omstandigheden gronddichte en waterdichte bekledingen. Open steenasfalt is doorlatend voor grond en water; zandasfalt is alleen waterdoorlatend. Normaliter wordt de doorlatendheid niet beproefd. Voor het vooronderzoek zijn (besteks)bepalingen opgesteld (zie §8.13.3, Kwaliteitszorg bij Ontwerp).

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 3: Asfaltbekledingen (HDD3)

Hoofdstuk
Asfalt
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.