Zoeken in deze site

Buitentalud in de golfoploopzone - Dimensioneren

Deze paragraaf behandelt de steenbekleding van buitentaluds van zee- en meerdijken die belast worden door golfoploop, dus boven het ontwerppeil. In het algemeen is deze in dezelfde orde of iets flauwer dan het door golfklap belaste deel (orde 1:4). De regels zijn afwijkend als rond ontwerppeil een berm aanwezig is (zie §4.8.4).

Ontwerpprocedure oploopzone

Eerst dient te worden vastgesteld of om de oploopzone een steenbekleding nodig is. Zo ja, dan moet worden besloten welk type steenzettingen wordt toegepast. Daarna volgen dimensionering en detaillering.

Wel of geen steenbekleding in de oploopzone

Toepassen van steenbekleding in de oploopzone, hangt af van de toepasbaarheid en gewenstheid van een grasbekleding. Een harde bekleding is nodig als een grasbekleding volgens de rekenregels niet sterk genoeg is. Daarnaast is soms een steenbekleding in de oploopzone gewenst uit beheerstechnisch oogpunt. De bepaling van de bovengrens van de harde bekleding dient te worden geverifieerd met bijvoorbeeld GRASTOETS. Het is ongewenst om op de bovenrand van het buitentalud een grasbekleding toe te passen als op de kruin volgens de rekenregels een harde bekleding nodig is. Aanbevolen wordt om de bekleding van de kruin door te trekken op het buitentalud.

Keuze van het type steenzetting in de oploopzone

Zie het Keuzemodel kust- en oeverwerken voor de afweging tussen verschillende clusters van bekledingstypen.

In grote lijnen gelden dezelfde criteria als bij de afweging van de steenzetting op het talud in de golfklapzone. De belangrijkste verschillen zijn:

  • In de golfoploopzone kunnen meestal lichtere elementen worden toegepast.
  • De invulling van de eisen ten aanzien van begroeibaarheid en landschap is meestal anders dan rond de waterlijn.
  • De afweging vindt plaats in combinatie met de bekleding op de overige constructieonderdelen (golfklapzone, berm), zie paragraaf 3.5.

Dimensionering van de toplaag in de oploopzone

De dimensionering hangt af van het niveau ten opzichte van het ontwerppeil. In de zone onder ontwerppeil +½z2% kan de benodigde dimensies van de bekleding bepaald worden met STEENTOETS. In de zone boven ontwerppeil +½z2% is de belasting zodanig gereduceerd, dat een standaardsteenzetting met de minimaal leverbare afmetingen volstaat (bijvoorbeeld toplaagdikte van 0,20 meter met een dichtheid van 2300 kg/m3).

Detaillering van de constructie in de oploopzone

Het faalmechanisme afschuiving is in de golfoploopzone niet relevant. Materiaaltransport kan relevant zijn, maar is minder belangrijk dan voor het talud in de golfklapzone. In de praktijk wordt vaak aangenomen dat zowel de kans op schade als de mogelijke gevolgen zo klein zijn dat geen filterconstructie nodig is. Neerslag mag echter niet tot uitspoeling kunnen leiden.

Voor de berekening dient ook een inschatting gemaakt te worden van de vlakheid van de toplaag. Het gaat daarbij om hoogteverschil tussen naast elkaar gelegen stenen. Een inschatting van dit hoogteverschil moet ingevoerd worden in STEENTOETS. Als het minder is dan 0,11·D (met D = toplaagdikte), heeft het geen invloed.

Bron

Handreiking Dijkbekledingen Deel 2: Steenzettingen (HDD2)

Hoofdstuk
Dimensioneren
Auteur
Cirkel J., C. van Dam, E. van den Akker, J.W. Nell
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL en Projectbureau Zeeweringen
Verschijningsdatum
2015
PDF