In paragraaf 13.2 is aangegeven dat blokkenmatten ongeveer 10% extra stabiliteit ontlenen aan de onderlinge verbinding tussen de elementen. Bij het ontwerp van blokkenmatten worden dezelfde rekenregels toegepast als bij niet gekoppelde toplaagelementen, waarbij apart 10% extra stabiliteit in rekening wordt gebracht. Dit kan worden gedaan door te rekenen met een 10% grotere elementhoogte D.
De rekenprocedure met betrekking tot het faalmechanisme toplaaginstabiliteit hangt af van de vraag of onder de blokkenmat een granulaire laag aanwezig is. Voor blokkenmatten zonder geokunststof op een granulaire laag, zie §4.4.3.
Voor het bijzondere geval dat langsstroming relevant is, is de algemene dimensioneringsregel voor toplaaginstabiliteit onder langsstroming van belang:
waarin:
Δ |
=
|
relatieve dichtheid toplaagelementen (ρt - ρw)/ρw
|
[-]
|
D
|
=
|
dikte toplaag (= hoogte toplaagelementen)
|
[m]
|
u
|
=
|
diepte-gemiddelde stroomsnelheid ter plaatse van de teen
|
[m/s]
|
g
|
=
|
zwaartekrachtsversnelling
|
[m/s]
|
Hierbij kan rekening worden gehouden met 10% extra stabiliteit.