De bekleding beschermt het grondlichaam tegen erosie. Daarom moet de toplaag intact blijven. Het is echter ook noodzakelijk dat uitspoeling van materiaal uit de lagen daaronder wordt voorkomen. De verschillende mechanismen waarbij uitspoeling van materiaal plaatsvindt, worden aangeduid met de term materiaaltransport.
Voor dit mechanisme is ten eerste van belang of de laagovergangen geometrisch dicht of open zijn (dat wil zeggen of de deeltjes uit diepere lagen al dan niet groot genoeg zijn om door de openingen in de hogere lagen te kunnen). Vervolgens is van belang of de laagovergangen hydraulisch dicht of open zijn (dat wil zeggen of de hydraulische belasting zodanige opwaartse kracht op de gronddeeltjes kan veroorzaken dat het materiaal daadwerkelijk door de openingen in de hogere lagen uitspoelt).
In het algemeen geldt dat materiaaltransport door elke laagovergang moet worden voorkomen. Bij de meeste steenzettingen is vooral materiaaltransport door twee laagovergangen van belang: ten eerste van de ondergrond naar de granulaire laag en ten tweede van de granulaire laag door de toplaag naar buiten. Deze twee deelmechanismen worden besproken in aparte paragrafen.