Een buitendijks gelegen wiel of strang kan in principe op twee manieren een nadelige invloed hebben op de stabiliteit van een dijk.
- In de eerste plaats kan het wiel of de strang invloed hebben op de grondwaterstroming. Het naar binnendringen van water in de zandondergrond kan een verhogend effect hebben op de waterspanningen in en onder de dijk. Vaak is er in de buitendijks gelegen wielen of strangen in de loop der jaren een sliblaag afgezet. Deze sliblaag kan een tamelijk grote afsluitende werking hebben, en derhalve van betekenis zijn bij een stabiliteitsbeschouwing, echter dan moet er wel voldoende zekerheid zijn dat de afsluitende sliblaag aanwezig blijft.
- de tweede plaats heeft een wiel of strang in de onmiddellijke nabijheid van de buitenteen van de dijk een nadelige invloed op de stabiliteit van het buitentalud. Onder maatgevende omstandigheden, voorkomend bij vallend water, zou het buitentalud kunnen afschuiven. Indien dit gevaar aanwezig is, zal een vergroting van de stabiliteit kunnen worden verkregen door het aanbrengen van een steunberm in het wiel of de strang.