Zoeken in deze site

Waterspanningen in watervoerende pakketten - Grondmechanische en geohydrologische aspecten

Bij de bepaling van het waterspanningsverloop in ontwerpomstandigheden worden de volgende stappen doorlopen:

  • Afhankelijk van de vorm van de geul (watervoerend pakket) wordt gekozen voor een schematisering van de geometrie van het grondlichaam en ondergrond. Daarbij kan de geul als volgt geschematiseerd worden:
    • Twee-dimensionaal in een horizontaal vlak;
    • Twee-dimensionaal in een verticaal vlak;
    • of drie-dimensionaal;
  • Afhankelijk van het tijdsafhankelijk verloop van de hydraulische randvoorwaarden kan worden besloten of een stationaire berekening voldoende is of dat een tijdsafhankelijke (of cyclische) berekening zinvol is.
  • Mede afhankelijk van voorgaande keuzes moet worden besloten of het model gekalibreerd dient te worden op actuele metingen (al dan niet tijdsafhankelijk), of dat wordt uitgegaan van een conservatieve inschatting op basis van een voorzichtige inschatting van de hydrologische situatie.
  • Afhankelijk van het beoogde gebruik van het model (bijvoorbeeld extrapolatie naar hoog water), dienen keuzes te worden gemaakt hoe de onzekerheden (nu of in de toekomst) in de geologische schematisatie worden verwerkt.

Zo kan bijvoorbeeld voor rivierdijken in het bovenrivierengebied als uitgangspunt worden gesteld dat:

  • Bij stijgende buitenwaterstand de stroming in zandige dijkprofielen, in de zandondergrond en in niet te dikke afdekkende lagen stationair is;
  • Bij vallend rivierpeil rekening moet worden gehouden met een mogelijk naijlen van de grondwaterbeweging in de zandondergrond.

Een uitgekiende geohydrologische schematisatie stelt voorwaarden aan de beheers- en onderhoudscondities in de toekomst. Als men in de schematisatie van de geohydrologie uitgaat van uitgangspunten behorend bij het huidige stromingsbeeld, dient men bovendien verdacht te zijn op veranderende omstandigheden in de toekomst. Omdat het geohydrologisch invloedsgebied zeer groot kan zijn, kunnen activiteiten op grote afstand invloed hebben op het stromingsbeeld in en onder de waterkering. Dit geldt ook voor de uitvoering van archiefonderzoek: bij gewijzigde geohydrologische omstandigheden zijn metingen uit het verleden niet zonder meer bruikbaar. Derhalve vormt de keuze van de geohydrologische schematisatie een belangrijk uitgangspunt voor de extrapolatie naar hoogwater.

Bron

Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)

Hoofdstuk
Grondmechanische en geohydrologische aspecten
Auteur
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
Juni 2011
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.