Zoeken in deze site

Waterspanningen berekend met niet-stationaire grondwaterstromingsmodellen - Onderzoek en berekeningen

In de Leidraad 2 (bijlage 12 en appendix C) zijn enkele praktisch hanteerbare analytische modellen voor niet-stationaire grondwaterstroming beschreven. Deze modellen zijn bij uitstek geschikt voor cyclische waterstandsvariaties, zoals getijdebewegingen in het benedenrivierengebied, maar ook een hoogwatergolf in het bovenrivierengebied. De ijking kan plaatsvinden via peilbuiswaarnemingen, waarin van nature de heterogeniteit is verdisconteerd (zie par. 2.2.3). lndien dergelijke waarnemingen niet beschikbaar zijn, moeten de benodigde parameterwaarden, zoals doorlatendheid, stijfheid en laagdikte, met ander grondonderzoek worden vastgesteld. De nauwkeurigheid van de uitkomsten van de analytische modellen is dan meestal minder, omdat er geen rekening kan worden gehouden met (onbekende) heterogeniteit.

De analytische modellen gaan uit van geschematiseerde stroming. Zij zijn quasi drie-dimensionaal. Er wordt rekening gehouden met consolidatie. Bij de toepassing wordt uitgegaan van het beginsel van superpositie, dat wil zeggen effecten van waterstandsveranderingen worden bij een nader te bepalen begintoestand opgeteld. Die begintoestand is een min of meer stationaire grondwaterstroming die afhangt van het seizoen. Het vaststellen hiervan is een probleem op zich. Peilbuiswaarnemingen bevatten van nature die begintoestand. Zowel bij de ijking van de modellen als bij de toepassing ervan voor extreem maatgevende situaties dient hiermee rekening te worden gehouden.

Naast voornoemde rekenmodellen wordt steeds vaker gebruik gemaakt van numerieke eindige elementenmodellen, welke steeds gebruikersvriendelijker worden door de menu-gestuurde invoer en de krachtige grafische postprocessing. Gangbare modellen zijn veelal geschikt voor tweedimensionale stationaire grondwaterstroming in heterogene grondmassieven. Voor de toepassing van niet-stationaire grondwatermodellen is specialistische kennis ver­eist. De toepassing ervan is nog beperkt.

In bijlage 2, hoofdstuk 2.C wordt nader ingegaan op de toepassing van de verschillende rekenmodellen. Een en ander wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden.

Bron

Handreiking Constructief Ontwerpen (L9)

Hoofdstuk
Onderzoek en berekeningen
Auteur
Verruijt A., F.B.J. Barends, J. Dekker, W.G. Epema, W. de Haan, B.A.N. Koehorst, A. de Koning, D.C. van Ooijen, P. Spaan, R.J. Termaat, J.K. Vrijling
Organisatie auteur
Grondmechanica Delft
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
April 1994
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.