Voor de infrastructuur van het achter de rivierdijken gelegen gebied komen op een aan tal plaatsen in de dijk kunstwerken voor die tevens als waterkering moeten kunnen functioneren. Bedo ld zijn hier duikers, sluizen en gemalen voor het in- en uitlaten van water ten behoeve van de waterhuishouding, schutsluizen voor de scheepvaart, en keersluizen in open scheepvaartverbindingen ten behoeve van de hoogwaterbeveili ging.
Uit een_ oogpunt van waterkering zijn aan dergelijke kunstwerken wel bezwaren ver
bonden. Enerzijds hebben die te maken met de aansluiting van het kunstwerk, dat star is, op het veel flexibeler grondlichaam van de dijk. Anderzijds richten ze zich tegen de betrekkelijke kwetsbaarheid van beweegbare keermiddelen, die desondanks altijd, oak onder bijzondere omstandigheden, een veilige kering tegen het water moeten kunnen bieden. Ook de duurzaamheid van de constructie vormt een zwak punt, waardoor zwaardere eisen aan inspectie en onderhoud moeten warden gesteld.
Voor de uitgangspunten die men bij ontwerp en berekening van deze kunstwerken aan
moet houden, en die gericht zijn op het verzekeren van het waterkerend vermogen, wordt verwezen naar lit. 8.
Bij het opstellen van rivierdijkverbeteringsplannen zal aan de bestaande, vaak oude kunstwerken de nodige aandacht moeten warden besteed. De beoordeling van het wa terkerend vermogen kan geschieden aan de hand van de eerdergenoemde uitgangspun ten. Vooral de beoordeling van constructiedelen die aan de normale waarneming onttrokken zijn, zoals paalfunderingen en kwelschermen, zal echter problemen kunnen geven, daar dikwijls voldoende gegevens ontbreken.
Bij twijfels over de deugdelijkheid van een constructie verdient het aanbeveling tot ver wijdering over te gaan en alleen als dat strikt noodzakelijk is tot nieuwbouw te beslui ten.
Bij voorkeur moeten oak de kunstwerken die weliswaar nog in goede staat verkeren, maar hun functie verloren hebben, uit de waterkering warden verwijderd.
In een aantal gevallen zal men een kunstwerk dat niet geheel aan de eisen voldoet, toch
171
in stand kunnen houden door het treffen van speciale constructieve of beheerstechni sche maatregelen. Zo zal bij het ontbreken van voldoende lange kwelschermen onder een constructie, ofbij een onvoldoende kwaliteit daarvan, een oplossing verkregen kun nen worden door: