Zoeken in deze site

Stabiliteit tijdens de uitvoering - Uitvoering

Stabiliteit tijdens de uitvoering

Algemeen

Indien slappe lagen van enige dikte voorkomen, dient rekening te worden gehouden met wateroverspanningen die ontstaan doordat een grondophoging wordt aangebracht. Dit is van belang voor het bepalen van de stabiliteit van de dijk tijdens de uitvoering en om na te gaan of het ontwerp realiseerbaar is. Indien een ophoging niet in één keer kan worden aangebracht zonder verlies van stabiliteit, zijn maatregelen nodig. Mogelijkheden zijn:

  • De ophoging in fasen aanbrengen, met een consolidatieperiode tussen de fasen;
  • Verticale drains aanbrengen om het consolidatieproces te verbeteren;
  • Een grondverbetering toepassen;
  • De stabiliteit verbeteren met geotextielen/geogrids;
  • Ophogen met licht materiaal;
  • In uitzonderingsgevallen het ontwerp aanpassen, door bijvoorbeeld grotere bermen of flauwere taluds te realiseren.

De berekeningsmethodiek is in hoofdstuk 5 behandeld.

De bijzondere constructies, zoals grondverbetering, lichte ophoogmaterialen en geokunststoffen zijn in hoofdstuk 9 behandeld.

Informatie over de toepassing van verticale drainage is te vinden in (Ref.) Construeren met Grond en (Ref.) Verticale Drainage. Het meten en interpreteren van waterspanningen in het geval dat verticale drainage is aangebracht, vergt speciale deskundigheid

Een belangrijk gegeven, dat volgt uit de berekening van de stabiliteit tijdens de uitvoering en de te volgen uitvoeringsmethodiek, is de tijdsduur die in beslag wordt genomen door de bouw. Hierbij dient te worden bedacht dat in de winter slechts beperkt werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In het laatste jaar van de uitvoering dient tijd te worden gereserveerd voor de afwerking.

Bij buitenwaartse versterking van zeedijken, zeker als die in zand worden uitgevoerd zal bijna altijd geëist worden dat het werk in één seizoen gereed is. Voor het stormseizoen begint dient een verdedigd dijklichaam aanwezig te zijn. Hierdoor kan het nodig blijken te zijn om maatregelen te nemen waardoor de stabiliteit wordt verhoogd.

In sommige gevallen kan vooruitlopend op het eigenlijke werk een voorbelasting worden aangebracht.

Uitvoering en begeleiding

Indien de wateroverspanningen kritiek zijn voor de stabiliteit tijdens de uitvoering, dan moeten ze tijdens de werkzaamheden worden gemeten. De berekeningen kunnen namelijk diverse onnauwkeurigheden bevatten, bijvoorbeeld tengevolge van onzekerheden in de grondopbouw of grondeigenschappen of tengevolge van reeds aanwezige wateroverspanningen. De begeleiding tijdens de uitvoering is er in hoofdzaak op gericht na te gaan of de werkelijke wateroverspanning beneden de voor iedere fase geldende maximaal toelaatbare wateroverspanning blijft. Door goede bewaking kan het tempo van ophogen worden bijgestuurd. Hiertoe kan de hoogte van de slagen en/of de wachtperiode tussen de slagen in worden aangepast. Het aantal locaties waar de ondergrond anders kan reageren dan verwacht, is overigens veel groter dan het aantal locaties waarop redelijkerwijs waterspanningsmeters kunnen worden geplaatst. Met moet dus goed nadenken over de keuze van de te bewaken locaties. Naast de voornoemde aspecten, dienen bij de keuze van de locaties tevens de werkzaamheden te worden beschouwd. Enerzijds moet worden voorkomen dat de aanwezigheid van de meters de werkzaamheden al te veel hinderen en anderzijds moet worden voorkomen dat de meters of de kabels beschadigd raken.

Tengevolge van kruip kunnen de waterspanningen hoger blijven dan verwacht. Dit is tevens het geval indien plastische vervormingen zijn opgetreden. Er dient daarom voor te worden gewaakt dat de maximale hoogte per slag niet wordt overschreden, ook niet tijdelijk door bijvoorbeeld een gronddepot.

Stabiliteitsbewaking bij spuitwerk is gecompliceerder dan bij een ophoging in den droge. Bij een ophoging in den droge zijn de slagen minder dik en is ingrijpen op ieder moment mogelijk. Bij het spuiten van dikke lagen kan de belastingtoename nabij de waterspanningsmeters zo snel zijn dat zonder een zeer intensieve bewaking tijdig ingrijpen niet mogelijk is. De toepassing van bronbemaling kan het proces beter beheersbaar maken.

Bron

Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)

Hoofdstuk
Uitvoering
Auteur
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
Juni 2011
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.