Drainages en filterconstructies worden bij waterkeringen toegepast om:
- hinder of gevaar door hoge grondwaterstanden en om kwelwater op te vangen;
- beheerste uitstroming van kwelwater te bewerkstelligen, zonder uitspoeling van gronddeeltjes.
Gedacht kan hierbij worden aan drainages in een binnendijkse berm of onder het binnendijkse maaiveld, en aan filterconstructies in taluds bij uittredend water, en onder open bekledingen.
Een belangrijke toepassing van drainage is de verlaging van waterspanningen in dijklichaam en ondergrond. Hiervan kan gebruik gemaakt worden als er bij het optredende waterspanningsbeeld geen voldoende stabiel dijkontwerp mogelijk is, en er voor verzwaring van het profiel ook geen mogelijkheden aanwezig zijn. De stabiliteit van de dijk, en dus de veiligheid, is dan uiteraard in sterke mate afhankelijk van het functioneren van de drainageconstructie. Ook op de lange termijn is een goede werking van de drainage daarom noodzakelijk. Om dit te kunnen garanderen dienen aan drainageconstructies eisen te worden gesteld met betrekking tot stabiliteit en doorlatendheid. Daarnaast blijven echter ook controle en onderhoud van groot belang. Bij de keuze van een drainageconstructie moet dit meegewogen worden.