Doel geologische gebiedsbeschrijving
Het doel van de geologische gebiedsbeschrijving is het maken van een inschatting van:
- De geohydrologische situatie, met name te verwachten stijghoogtes van het grondwater in watervoerende pakketten tijdens hoogwater;
- De voor het ontwerp van belang zijnde faalmechanismen;
- Het geohydrologische en geotechnische invloedsgebied van grondconstructies (breedte en diepte);
- De benodigde waterspanningsmetingen en grondonderzoek.
Op grond van geologische kennis en ervaring in het gebied kan worden beoordeeld binnen welke geologische formaties mogelijk nog geulen, laagonderbrekingen etc. kunnen voorkomen, die met de beschikbare gegevens nog niet met voldoende betrouwbaarheid kunnen worden uitgesloten. Waar dit voor het ontwerp van belang kan zijn, kan dit in veel gevallen al in een vroeg stadium met geofysisch onderzoek worden geverifieerd.
Van belang is, dat de geologische gebiedsbeschrijving een voldoende betrouwbaar beeld van de ondergrond schetst, om bij bovenstaande inschattingen geen fundamentele vergissingen te maken. Een vergissing met mogelijk grote gevolgen vormt het missen van een watervoerende geul in de ondergrond of een oude duin (donk).
De indeling van de ondergrond in verschillende lagen gebeurt op grond van de lithostratigrafie, dat wil zeggen op grond van de samenstelling van de lagen en de volgorde waarin ze zijn afgezet, en op grond van hun geotechnische eigenschappen, zoals bijvoorbeeld conusweerstanden (zie § 4.4.3) en volumiek gewicht (zie § 4.3.2). Deze indeling geeft lagen die constant zijn in hun geotechnische eigenschappen, zodat ze rechtstreeks als geometrisch model kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor zettingsberekeningen en stabiliteitsonderzoek