Zoeken in deze site

Binnenwaterstand - Hydraulische belastingen

Binnenwaterstand

Lage binnenwaterstand

Voor de bepaling van de macro-instabiliteit binnenwaarts en piping/heave is een lage bin- nenwaterstand bepalend. Indien verschillende polderpeilen voor een gebied bestaan, kan het laagste polderpeil van het gebied genomen worden.

Normale binnenwaterstand

Voor de bepaling van de macro-instabiliteit in de uitvoeringsfase is een normale binnen- waterstand bepalend. Hiervoor kan het gebruikelijke polderpeil van het gebied genomen worden.

Hoge binnenwaterstand

Voor de bepaling van de macro-instabiliteit buitenwaarts is juist een hoge binnenwaterstand bepalend. In dat geval wordt aangenomen dat het polderpeil stijgt tot aan de gemiddelde maaiveldhoogte ter plaatse van de laagste gedeelten van de polder. Hierbij wordt veron- dersteld dat tevens de bemaling van de polder uitvalt. Van belang is ook om rekening te houden de aanwezigheid van kwelkaden en afsluitbare duikers en stuwen in binnendijks gelegen watergangen, waarmee het waterpeil kan worden opgezet.

Bron

Technisch Rapport: Ontwerpbelastingen voor het Rivierengebied (TROR)

Hoofdstuk
Hydraulische belastingen
Auteur
Velzen E.H. van, D. Beyer, H. Berger, Greese C., H. Schelfhout
Organisatie auteur
Rijkswaterstaat – Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
Opdrachtgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Expertise Netwerk Waterkeren
Verschijningsdatum
Juli 2007
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.