Het effect van de ruwheid op de golfoploop wordt uitgedrukt in de reductiefactor γf.
Deze parameter is niet van belang voor de faalmechanismen van de bekleding zelf, maar kan wel een rol spelen bij het bepalen van de kruinhoogte van een dijk.
Oneffenheden in het taludoppervlak zorgen ervoor dat golven minder ver het talud oplopen. De kruinhoogte van dijken onder golfaanval wordt zodanig ontworpen dat het overslagdebiet in maatgevende omstandigheden kleiner is dan een gekozen acceptabele waarde (bijvoorbeeld 1,0 l/m/s). Reductie van de golfoploop door een ruwer oppervlak leidt dus tot een lagere benodigde kruinhoogte. De rekenmethodes worden behandeld in Technisch Rapport Golfoploop en Golfoverslag bij Dijken of de EurOtop Manual.
Speciaal voor dit doel zijn elementen ontwikkeld met uitsteeksels die een significant effect hebben op de golfoploop. Deze worden behandeld als ‘aanverwant bekledingstype’. Bij de overige typen steenzettingen is het effect op de golfoploop beperkt en zijn de verschillen niet groot. Voor de toplaagtypen die in aanmerking komen, zijn waarden voor de reductiefactor vastgesteld met behulp van modelproeven. Verwezen wordt naar het Technisch Rapport Golfoploop en Golfoverslag bij Dijken dan wel de EurOtop Manual.