In de waterkering dient voldoende ruimte aanwezig te zijn voor de maatgevende afslagzone en landwaarts daarvan het grensprofiel ter voorkoming van overslag. Als het maatgevend afslagprofiel het grensprofiel snijdt of zelfs voorbijgaat, betekent dit dat er een overstroming wordt verondersteld. Een duinwaterkering waarin precies een maatgevende afslagzone en grensprofiel past, wordt verondersteld geen reststerkte te bezitten.
Positie legger in een duingebied
Bij de beoordeling van een duinwaterkering wordt getoetst of er onder maatgevende omstandigheden voldoende ruimte is voor een afslagprofiel en een grensprofiel binnen het werkelijk aanwezige duingebied. Het waterstaatswerk zoals dat is vastgelegd in de legger is voor de veiligheidsbeoordeling niet maatgevend. Voor sommige brede duingebieden is om verscheidene redenen ervoor gekozen om slechts een deel, de meest zeewaartse strook als waterstaatswerk te definiëren.
In dat geval ligt de landwaartse grens van het waterstaatswerk in het werkelijk aanwezige duingebied, zie Figuur 9.6. Het gebied landwaarts daarvan geldt formeel als binnendijks, ook als dit een duingebied betreft.
Wanneer er geen legger is vastgesteld, of wanneer de legger het totale duingebied betreft, dan wordt er getoetst of er zeewaarts van de binnenduinrand voldoende ruimte is voor een afslagprofiel en een grensprofiel.