Zoeken in deze site

Inleiding - Stabiliteit bekleding steenzetting

De steenzetting faalt als zij zodanig beschadigd is dat de zandkern niet meer wordt beschermd tegen de hydraulische belasting door golven of stroming (faaldefinitie). Dit falen kan veroorzaakt worden door verschillende mechanismen, zoals in de voorafgaande paragrafen omschreven. Al deze mechanismen zijn ook terug te vinden in de foutenboom van Figuur 8.3.

In de opeenvolging van de gebeurtenissen die tot falen van de bekleding leiden, zie Figuur 8.10, is te zien dat alleen het instabiel worden van de toplaag is nog niet voldoende om de bekleding te laten falen. Daarvoor moet bij de meeste bezwijkmechanismen ook nog erosie van de onderlagen (ZEO) optreden. De bekleding faalt immers pas als de zandkern van de dijk bloot komt te liggen.

Nadat de steenzetting met alle onderlagen (plaatselijk) zijn weggeërodeerd, vangt de erosie van de dijkkern aan. Als ook de zandkern zodanig is weggeërodeerd dat de resulterende kruinhoogte tot onder de actuele waterstand is gezakt, is er sprake van een dijkdoorbraak. Dan pas faalt de dijk.

Behalve door bezwijken van de bekleding zelf kan de bekleding op het buitentalud ook beschadigd worden door andere mechanismen: macro-instabiliteit buitenwaarts, golfafslag voorland, afschuiven voorland en/of een zettingsvloeiing. Als er een grootschalige afschuiving of vloeiing optreedt waarbij ook een deel van het buitentalud wordt beschadigd, dan zal de onderlaag van de zetting ook beschadigd raken. Een dergelijk mechanisme beschadigt de bekleding dan meteen zodanig de steenzetting faalt: hij beschermt het dijklichaam niet meer (afdoende) tegen erosie.

afbeelding_frombase64_0
Figuur 8.10. Gebeurtenissen leidend tot falen van de dijk door bezwijken van de steenzetting.

Bron

Fenomenologische beschrijving (1220078-000-GEO-0010)

Hoofdstuk
Stabiliteit bekleding steenzetting
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.