Binnen het toetsproces (Gedetailleerde toets) worden drie mechanismen (de hierboven beschreven stappen 2, 3 en 4) onderscheiden en getoetst:
- Opbarsten.
- Heave.
- Terugschrijdende erosie.
Als voor één van de mechanismen het toetsoordeel “voldoet” kan worden gegeven, wordt voor het faalmechanisme piping het toetsoordeel “voldoet“ gegeven. Pas als de dijk aan alle drie criteria niet voldoet, wordt het criterium gesteld door de faaldefinitie overschreden. De dijk zal dan in werkelijkheid nog niet per se falen, maar omdat de nog voorhanden reststerkte bij het optreden van piping niet gekwantificeerd kan worden, dient de kering op piping te worden afgekeurd (faaldefinitie).