Zoeken in deze site

Beknopte modelbeschrijving van de te toetsen deelmechanismen - Kunstwerken

Hieronder worden de deelmechanismen die in de toetsing zijn onderscheiden, zie paragraaf 10.2.3, nader beschreven.

  • Z12 Bezwijken kunstwerk als gevolg van erosie bodem.
  • Zie de beschrijving van Z12 in paragraaf 10.1.6.

Z21 Onvoldoende bergend vermogen

Dit deelmechanisme betreft het falen van het kunstwerk als gevolg van onvoldoende kombergend vermogen in het achterland doordat er te veel water door het niet-gesloten kunstwerk het achterland instroomt gedurende een hoogwatergolf. Hierbij moet sprake zijn van significante overstromingsgevolgen. Een harde definitie van significante gevolgen is echter niet te geven, maar er zal aanzienlijke economische schade optreden en/of er zullen één of meerdere slachtoffers vallen. In de schematiseringshandleiding worden verdere handvatten gegeven.

De rekenmodellen om te berekenen of er sprake is van toereikende berging betreffen enerzijds de berekening van het instormende debiet en anderzijds een eenvoudige volume balans. Voor het instromende debiet bij een geopend kunstwerk geeft [5] voor de volgende situaties rekenregels:

  • Overslag/overloopdebiet verticale wand.
  • Onvolkomen stroming over lage drempel.
  • Volkomen stroming over lage drempel.
  • Stroming door verdronken koker.

Zoals in paragraaf 10.1.6 onder Z13 al is gememoreerd zouden in theorie situaties kunnen voorkomen waarbij overschrijding van het kombergend vermogen leidt tot bezwijken van het kunstwerk.

Z22 Bezwijken bodembescherming achter kunstwerk

Dit deelmechanisme betreft het bezwijken van de aan de binnenzijde aanwezige bodembescherming. Dit kan optreden door hoge stroomsnelheden boven de bodembescherming als gevolg van het instromende water. Onder bezwijken wordt in dit geval verstaan het ontstaan van een zodanige schade aan de bodembescherming, dat de ondergrond wordt blootgesteld aan de hoge stroomsnelheden van het water.

Voor rekenregels voor het instromend debiet wordt verwezen naar item Z21.

De kritieke stroomsnelheid, waarbij bezwijken van de bodembescherming optreedt, verschilt per type bodembescherming. Zo is een bodembescherming van beton, asfalt of gezette steen doorgaans bestand tegen hogere stroomsnelheden dan een bodembescherming bestaande uit losgestorte steen. De kritieke stroomsnelheid wordt buiten Ringtoets om bepaald met vigerende ontwerpregels, die per type bodembescherming kunnen verschillen. In de schematiseringshandleiding [5] worden hiervoor aanwijzingen gegeven. Het kritiek debiet is het product van de stroomvoerende breedte van de bodembescherming en de kritieke stroomsnelheid.

Z23 Falen van het sluitproces

Dit deelmechanisme betreft het falen van het sluitproces van de (hoog)waterkerende keermiddelen, waardoor het kunstwerk niet gesloten is als een hoogwater zich voordoet. Dat is het geval als voor het optreden van het hoge water één van de onderdelen van de procedure en technische uitvoering van het sluitingsproces van de keermiddelen faalt. Daarbij wordt gedoeld op het falen van:

  • Het hoogwateralarmeringssysteem.
  • De mobilisatie.
  • De bediening.
  • De bedrijfsvoering.

Z24 Falen van herstel van het sluitproces

Er zijn situaties onder hoogwatercondities denkbaar dat er, ondanks één of meer fouten in de procedure en technische uitvoering van het sluitproces van de keermiddelen, tijdens het instromen van water door het geopende kunstwerk toch sluiting kan plaatsvinden. Door de fout(en) in het sluitproces te herstellen of een alternatief keermiddel aan te wenden. Echter, het sluiten van keermiddelen bij het optreden van stroming door een kunstwerk is niet altijd even eenvoudig.

De mogelijkheden hiertoe zijn afhankelijk van de beperkt beschikbare tijd tussen het tijdstip van gefaalde sluiting en het tijdstip dat er water door het niet-gesloten kunstwerk dreigt te gaan stromen, waardoor een (alternatieve) sluiting niet meer mogelijk wordt geacht. Dit deelmechanisme beschrijft de kans dat, na een gefaalde sluiting van de hoogwater kerende keermiddelen onder hoogwatercondities, het herstel van deze mislukte sluiting faalt.

Bron

Fenomenologische beschrijving (1220078-000-GEO-0010)

Hoofdstuk
Kunstwerken
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving
PDF