Zoeken in deze site

STAP 1: Verzamelen algemene gegevens - Bijlage E Voorbeeldcase

  1. STAP 1a: Bepalen strekking met meest kritische doorsnede

    In deze voorbeeldcase wordt het constructief versterkte dwarsprofiel hm 78.0 (zie figuur 2-2) als de meest kritische doorsnede van het dijkvak Varik-Heesselt tussen hm 76.0 en hm 148.5 in de Tieler- en Culemborgerwaard aangehouden.

    635917389128368805Image_070_png

    Figuur 2.2: Locatie dwarsprofiel hm 78.0 in dijkvak Varik-Heeselt (bron: Google Maps)

  2. STAP 1b: Te verzamelen algemene gegevens

    Over de meest kritische doorsnede hm 78.0 zijn de volgende gegevens bekend:

    Algemene gegevens

    • Het dwarsprofiel hm 78.0 (zie figuur 2.3) bevindt zich in het dijkvak Varik-Heesselt tussen hm 76.0 en hm 148.5 in de Tieler- en Culemborgerwaard (bovenrivierengebied).

    • Voor het gehele dijkvak is een grondmechanisch rapport (inclusief MStab-geometrie) voorhanden, waarop de hier gebruikte grondparameters zijn gebaseerd. Er is echter geen MStab-toetsing met de hier gebruikte grondsterkte uitgevoerd.

    • Er zijn geen gegevens beschikbaar over in het verleden uitgevoerde inspecties.

    • dr

      [kN/m3]

      sat

      [kN/m3]

      kar

      [o]

      ckar

      [kPa]

      6 Dijkmateriaal oud

      19

      19,5

      28

      13

      5 Dijkmateriaal nieuw

      17

      17

      29

      4

      4 Klei bruin

      19

      19

      29

      11

      3 Klei grijs

      17,5

      17,5

      26

      15

      2 Klei venig

      16

      16

      26

      16

      1 Zand

      18

      19,5

      35

      0

      Er is een verankerde stalen damwand ter plaatse van het snijpunt van de berm en het binnentalud aanwezig. Verder wordt opgemerkt dat de binnenweg tijdens hoogwater- perioden plaatselijk blank komt te staan door water dat door het dijklichaam en de korte binnenberm dringt. Verder treedt in het binnendijks aanwezige populierenbos plaatselijk kwel op (omgeven door een kwelkade).

      19 april 2011, definitief

      635917389303851700Image_072_png

      Figuur 2.3: Bovenaanzicht situatie dwarsprofiel hm 78.0

      Algemene randvoorwaarden

      • Voor dit dijkvak, onderdeel van dijkring 43 met een totale dijkringlengte van 169 km, geldt een dijkringfrequentie van 1/1.250 met een betrouwbaarheidsindex = 4,6 per jaar.

      • Op de dijk dient rekening te worden gehouden met een verkeersbelasting van 13 kN/m2

        over een breedte van 2,5 m.

      • De planperiode voor de onderhavige toetsing is 5 jaar.

        Geometrische randvoorwaarden en gegevens constructieve elementen

      • Op basis van de MStab-geometrie voor het beschouwde dwarsprofiel hm 78.0 is een representatieve schematisatie (zie figuur 2.4) gemaakt, waaruit de volgende niveaus ten behoeve van de PLAXIS-analyse zijn afgeleid:

        • maaiveld polderzijde: NAP +4,20 m

        • maaiveld rivierzijde: NAP +4,30 m

        • bovenkant zandlaag: NAP –1,80 m

        • actuele kruinhoogte: NAP +11,00 m

        • hoogte binnenberm: NAP +7,20 m tot NAP +7,00 m

      • In de beschouwde doorsnede is ter plaatse van het snijpunt van de berm met het binnen- talud (op X = 9,0 m) een verankerde damwandconstructie aanwezig, opgebouwd uit:

        • stalen damwandplanken AZ 28 met staalkwaliteit S240 (zie tabel 2.1) met boven- en onderkant damwand op respectievelijk NAP +7,20 m en NAP –9,00 m;

        • vloeigrens, gemiddeld

          240 N/mm2

          traagheidsmoment (I)

          58.940 cm4 per m wand*

          dwarsdoorsnede (A)

          211 cm2 per m wand*

          elastisch weerstandsmoment (W)

          2.755 cm3 per m wand*

          gewicht

          166 kg/m per m wand*

          wanddikte (s)

          13,2 mm

          elasticiteitsmodulus (E)

          210.000 N/mm2

          * bron: www.arcelormittal.com

          vloeigrens, gemiddeld

          470 N/mm2

          dwarsdoorsnede Ø38 mm (A)

          1.134 mm2 per ankerstang

          elasticiteitsmodulus (E)

          210.000 N/mm2

          verankeringen (zie tabel 2.2) met staalkwaliteit MW450, hart-op-hart afstand 3 m, op 0,5 m onder de kop van de damwand (NAP +6,7 m) en onder een hoek van 30o met de verticaal in de zandlaag aangebracht.

          Tabel 2.1: Eigenschappen damwandprofiel AZ 28 (S240)

          N.B. Ter vereenvoudiging wordt in dit voorbeeld geen rekening gehouden met scheve buiging en met corrosie op het tijdstip van toetsing. Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat de constructieve versterking met de damwand de freatische lijn en de stijghoogte in het dieper gelegen zand in alle fases niet beïnvloedt.

          Tabel 2.2: Eigenschappen verankering (MW450)

      • Uit figuur 2.2 en figuur 2.3 blijkt dat midden op de kruin van het dwarsprofiel een wegverharding aanwezig is. De invloed hiervan op de macrostabiliteit wordt meegenomen door hier een verkeersbelasting van 13 kN/m2 aan te houden. De wegverharding is vanwege zijn geringe dikte niet als laag in de dwarsdoorsnede opgenomen.

        635917389553090552Image_075_png

        Figuur 2.4: Representatieve schematisatie van dwarsprofiel hm 78.0

        Hydraulische randvoorwaarden en geohydrologische gegevens

      • Voor de analyse van de macrostabiliteit wordt een onderverdeling naar de hydraulische randvoorwaarden onder normale en extreme omstandigheden gemaakt:

        • onder normale omstandigheden geldt het grondwaterregime volgens figuur 2.6:

          • polderpijl: NAP +3,70 m;

          • waterstand rivier: NAP +3,70 m;

          • freatische lijn verloopt van NAP +3,70 m aan de rivierzijde met een opbolling tot NAP +7,00 m in de dijk tot NAP +3,70 m aan de polderzijde;

          • stijghoogte in de zandlaag verloopt horizontaal op niveau NAP +6,00 m (GHW);

          • er zijn geen waterspanningsmetingen in de slappe lagen voorhanden, daarom wordt het waterspanningsverloop veilig conform [TRWD 2004] geschematiseerd;

          • er wordt aangenomen dat de damwand geen invloed heeft op het verloop van de freatische lijn en de stijghoogte in de zandlaag.

        • onder extreme omstandigheden geldt het grondwaterregime volgens figuur 2.7:

          • polderpijl: NAP +3,70 m;

          • waterstand rivier: NAP +10,50 m;

          • freatische lijn verloopt conform de veilige aanname in Bijlage 1 van [TRWD 2004], uitgaande van een indringing in het buitentalud bij NAP +10,50 m, aflopend over een indringlengte L tot NAP +7,00 m in de dijk en daarna aflopend tot NAP +3,70 m onder de teen van de binnenberm;

          • stijghoogte in de zandlaag op een afstand van 25 m uit de buitenteen (richting rivier) is NAP +10,50 m, waarbij met een grenspotentiaal h0 van NAP +7,70 m over de opdrijflengte l0 van 12,00 m rekening wordt gehouden;

          • er zijn geen waterspanningsmetingen in de slappe lagen voorhanden, daarom wordt het waterspanningsverloop veilig conform [TRWD 2004] geschematiseerd, met een indringdiepte in het slappe lagenpakket verlopend van 2,30 m (rivierzijde) tot 2,00 m (polderzijde) om dunne lagen in de mesh te voorkomen;

          • er wordt aangenomen dat de damwand geen invloed heeft op het verloop van de freatische lijn en de stijghoogte in de zandlaag.

      635917389742168298Image_078_png

      Figuur 2.5: Grondwaterregime onder normale omstandigheden (rode en groene verloop representeren de freatische lijn respectievelijk stijghoogte in zandlaag)

      635917389882960905Image_080_png

      Figuur 2.6: Grondwaterregime onder normale omstandigheden (rode en groene verloop representeren de freatische lijn respectievelijk stijghoogte in zandlaag)

      Geotechnische gegevens

      Op basis van een aantal sonderingen en boringen in de directe omgeving, alsmede triaxiaalproeven op grondmonsters ontleend aan deze boringen, is tot de karakteristieke waarden voor de sterkteparameters in tabel 2.3 gekomen.

      Tabel 2.3: Karakteristieke waarden van de sterkteparameters

Bron

Analyse Macrostabiliteit Dijken met de Eindige Elementen Methode (1202121-012)

Hoofdstuk
Bijlage E Voorbeeldcase
Auteur
Bakker H., J. Breedeveld, H. Teunissen
Organisatie auteur
Deltares
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat Waterdienst
Verschijningsdatum
December 2011
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.