Macrostabiliteit, Methode van Bishop
Bij het stabiliteitsmodel volgens Bishop wordt een potentieel afschuifbare cirkelvormige moot grond opgedeeld in een aantal lamellen begrensd door verticale scheidingen (zie figuur 5.1)
Langs het schuifvlak werken een schuifspanning en een normaalspanning σ.
Vervolgens wordt het momentenevenwicht genomen ten opzichte van het middelpunt van de cirkel:
Hierin is Ma;d de ontwerpwaarde voor het aandrijvend moment, bestaande uit het gewicht van de lamellen plus een eventuele waterkracht op het talud.
Figuur 5.1 Cirkelvormig glijvlak
Mt;mob;d is de gemobiliseerde ontwerpwaarde van het tegenwerkend moment, gevormd door de gemobiliseerde schuifspanningen die aan de onderkant van de lamellen werken. De gemobiliseerde schuifspanning is zodanig groot dat aandrijvend moment en gemobi- liseerd moment gelijk zijn. De gemobiliseerde schuifspanning is een factor F kleiner dan de maximaal mogelijke schuifspanning volgens het criterium van Mohr-Coulomb:
De factor F is de stabiliteitsfactor.
In de beschouwing volgens Bishop wordt verondersteld dat de resulterende krachten tussen de lamellen horizontaal verlopen en wordt het horizontale evenwicht buiten beschouwing gelaten.
De toets op stabiliteit vindt plaats volgens:
Waarin:
Binnen het stabiliteitsmodel volgens Bishop verdient het de voorkeur om de cohesie c’ en de hoek van inwendige wrijving φ’ spanningsafhankelijk te bepalen door deze uit een spanningsafhankelijke proevenverzameling te halen.
Het stabiliteitsmodel volgens Bishop is onder andere beschikbaar in het computerpro- gramma MSTAB van GeoDelft.