Hydraulische randvoorwaarden
Naast de in paragraaf 6.2.4 genoemde hydraulische randvoorwaarden wordt het volgende opgemerkt:
-
Golfoverslag en erosie binnentalud
In principe wordt ervan uitgegaan dat in de uiterste grenstoestand erosie van het binnentalud optreedt bij een overslagdebiet van 10 l/m/s. Erosie van het binnentalud in combinatie met opdrijven van het achterland blijkt te leiden tot zeer zware, onecono- mische constructies. Indien opdrijven optreedt, is het daarom aan te bevelen het toege- stane overslagdebiet te verlagen tot 1 l/m/s waardoor mag worden verondersteld dat het binnentalud niet erodeert. Verlaging van het overslagdebiet kan inhouden dat de dijkta- felhoogte moet worden verhoogd hetgeen ook leidt tot een duurdere constructie. Toch kan deze laatste methode aantrekkelijker zijn dan de eerste.
-
Toekomstige MHW-standen
Bij het ontwerp van kistdammen en diepwanden wordt een levensduur van 100 jaar gehanteerd. Bij de bepaling van de dijktafelhoogte wordt dan, conform de leidraden voor het ontwerpen van rivierdijken, rekening gehouden met 0,20m relatieve zeespiegel- rijzing (gecombineerd effect van zeespiegelrijzing en NAP-daling). Daar in de hydrau- lische randvoorwaarden reeds 0,10m is verwerkt moet expliciet nog 0,10m lokaal in rekening worden gebracht.
Uit recente studies is gebleken dat voor de zeespiegelrijzing rekening worden gehouden met een waarde van 0,35 tot 0,85m per eeuw, met 0,60m als meest waarschijnlijke waarde [39]. In het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw wordt voor het jaar 2100 zelfs een maximale schatting van 1,10 m genoemd. Conform het huidige beleid wordt dit niet in de dijktafelhoogte/aanleghoogte verwerkt.
Bij de dimensionering dient wel rekening te worden gehouden met de toekomstige ontwikkelingen; immers de constructie moet bij een volgende dijkversterking (plan- periode van 50 jaar) nog inpasbaar zijn middels het ophogen van de wand. De latente reserve in de sterkte dient te worden gebaseerd op de verwachte toekomstige verhoging van MHW. Hierin kunnen een of meer van de volgende effecten in worden verdisconteerd:
-
extra zeespiegelrijzing;
-
hogere rivierafvoer;
-
morfologische ontwikkelingen.
Bij het ontwerp dient tevens te worden geverifieerd welk tijdstip maatgevend is (t50 of t100). Daar er geen officieel beleid is vastgesteld aangaande deze problematiek is het van belang dat over de aan te houden MHW en dijktafelhoogte overeenstemming is tussen direct betrokken partijen (Waterschap, toezichthouders en subsidiënt).
Opmerking: Bij het ontwerp van de kistdam en diepwand voor Hardinxveld-Gies- sendam is gerekend met 0,70m voor 100 jaar.