In paragraaf 2.2.2 is reeds een onderscheid gemaakt tussen twee manieren waarop een kust kan worden aangetast:
structurele kusterosie;
duinafslag tijdens een (zware) stormvloed.
In beide gevallen is er uiteindelijk sprake van een verlies aan duingebied. Bij structurele kusterosie is dat verlies blijvend; bij duinafslag betreft het slechts een tijdelijk verlies.
Structurele kusterosie wordt vaak veroorzaakt door een positieve gradient in het langstransport op het strand of op de vooroever. Met sommige harde maatregelen is het mogelijk om het langstransport zodanig te beïnvloeden, dat de structurele kusterosie in een zeker kustvak kan worden gestopt of gereduceerd (fig. 4.34). Uit figuur 4.34 blijkt dat, strikt genomen, op ieder punt langs het kust¬ vak een andere reductiefactor van het langstransport nodig is om de beoogde transportverdeling (lijn 3 in deze figuur) te bewerkstelligen. Dit vereist een nauwkeurige afstemming van de toe te passen harde verdedigingsmaatregelen op de optredende zandtransportprocessen. Het is mogelijk dat het beoogde doel niet geheel zal worden bereikt en er slechts sprake zal zijn van een reductie van de mate van erosie (lijn 2 in fig. 4.34). Het is echter ook mogelijk dat het doel voorbij wordt geschoten, waardoor na de aanleg van harde verdedigingsmaatregelen aanzanding in het verdedigde kustvak zal plaatsvinden. In dat geval zal de lijzijde-erosie echter ook groter zijn (lijn 4 in fig. 4.34).
Duinafslag tijdens een (zware) stormvloed is een typisch voorbeeld van een snel verlopend dwarstransportproces (zie par. 3.4.2 en 6.2). Het is in principe mogelijk om met harde verdedigingsmaatregelen zodanig in dit dwarstransportproces in te grijpen, dat een reductie van de mate van duinafslag tijdens een ontwerp stormvloed kan worden bereikt.
In de volgende paragrafen zullen de harde maatregelen die in paragraaf 4.4.1 zijn genoemd, worden beschreven. Hierbij zal ondermeer worden gelet op de beoogde werking van deze maatregelen.
Bron
Basisrapport Zandige Kust (BRZK)
Hoofdstuk
Kustverdedigingsmaatregelen
Auteur
Verhagen H.J., H.D. Rakhorst, J. van de Graaff, J. van der Kolif, A.P. de Looff, A. Provoost, J. Reeder, H.J. Steetzel, S.C. van der Biezen, M. Boers, H.F.A. van Kampen, J.R. Rundberg, M.Z. Voorrendt, R.E. Jorissen, A.W. Kraak, M. Lofller, R.P. van der La
Organisatie auteur
International Institute for Haudraulic and Environmental Engineering (IHE) | Rijkswaterstaat | TU Delft | Hoogheemraadschap van Delftland | Waterschap Het Vrije van Sluis | Waterloopkundig Laboratorium