Voor het modelleren van het gedrag van grond kunnen in eindige elementen modellen verschillende constitutieve modellen worden gekozen. Het onderscheid tussen deze constitutieve modellen wordt veroorzaakt door de verschillende wijze waarop het materiaalgedrag qua stijfheid en sterkte wordt beschreven.
Bij het toetsen van de veiligheid van waterkeringen, waarop deze richtlijn op van toepassing is, ligt de nadruk op de sterkte van de waterkering. Stijfheden van grond en constructieve elementen spelen uiteraard een rol in de krachtsverdeling. Ondanks dat deze stijfheden minder belangrijk zijn dan bij het ontwerpen, geldt dit zeker voor situaties waarin constructieve elementen in de waterkering aanwezig zijn. Stijfheden van de grond dienen nauwkeurig te worden bepaald, omdat anders niet de juiste belasting(verdeling) op de constructies kan worden verkregen.
In deze paragraaf wordt stapsgewijs de keuze voor het passende constitutieve model en de bijbehorende stijfheids- en sterkteparameters in de eindige elementenberekening toegelicht. Hierbij zal concreet worden ingegaan op de invulling van deze keuzes bij gebruik van het eindige elementen model PLAXIS.