Systemen
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de mogelijkheden voor het (toegankelijk) opslaan van grondonderzoekgegevens en geïnterpreteerd grondonderzoek in (geografische) informatiesystemen. Idealiter zou één systeem de mogelijkheid bieden de drie typen data toegankelijk op te slaan per dijkvak en per toetsspoor. Dit systeem bestaat momenteel en op korte termijn niet. Daarom is het voorlopig noodzakelijk dat de documenten (toetsrapporten) met daarin toetsresultaten en verwijzingen naar gebruikte basisdata, geïnterpreteerde data inclusief onderbouwing worden vastgelegd.
Wel zijn er mogelijkheden om gebruik te maken van bestaande of in nabije toekomst beschikbare systemen voor opslag van diverse typen data. Onderstaande tabel geeft een overzicht en een korte beschrijving van beschikbare systemen in het toetsproces. Systemen die momenteel in gebruik zijn, zijn aangeduid met ‘M’ en systemen die in de nabije toekomst gebruikt worden, zijn aangeduid met ‘T’.
Onderstaande subparagrafen gaan verder in op welke wijze de huidige en in de toekomst beschikbare systemen gebruikt (kunnen) worden voor toegankelijke opslag per type data. Ook worden praktische aandachtspunten gegeven op welke wijze te anticiperen op toekomstig beschikbare systemen.
Tabel 7.1: Overzicht bestaande en toekomstige systemen
Systeem |
Korte beschrijving |
Basisdata |
Geïnterpreteerde data |
Toetsresultaat |
DINO |
Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO) is een centrale opslagplaats van TNO voor gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens. |
M |
|
|
BRO |
Basis Registratie Ondergrond (BRO) is een toekomstige wettelijke basisregistratie die naar verwachting operationeel wordt in 2012. Het betreft een uitbouw van de huidige registratie Data en Informatie Nederlandse Ondergrond (DINO) en het Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem (ReGIS) van TNO en bevat boringen, sonderingen, geo-elektrische metingen (VES), grondwaterstanden, grondwaterkwaliteitsgegevens, bodemfysische metingen en modellen |
T |
T? |
|
INTWIS |
Integraal Waterschapsinformatie Systeem (INTWIS) biedt in de module Keringen functionaliteit voor het opslaan, beheren, raadplegen en presenteren van alle relevante gegevens van primaire waterkeringen. Naast uitgebreide opslagmogelijkheden van de detailopbouw van keringen in 3D biedt INTWIS Keringen functionaliteit voor het onderhouden van een legger en beheersregister, het genereren van lengte- en dwarsprofielen en het exporteren van de gegevens naar toetsprogramma’s. |
M |
M |
M |
IRIS |
Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem (IRIS) biedt in de module Keringen de mogelijkheid om het beheren van data te ondersteunen en is voor wat betreft functionaliteit gelijk aan de INTWIS module keringen. IRIS is bij de meeste waterschappen geïmplementeerd ter vervanging van INTWIS. |
M |
M/T |
M |
MGeoBase |
Voor de opslag, interpretatie van sonderingen en de interpolatie tussen boringen en sonderingen is het programma MGeoBase beschikbaar van Deltares. In MGeoBase kunnen grondonderzoek en grondparameters eenvoudig worden geïmporteerd en kunnen 1D en 2D grondprofielen worden gegenereerd. |
|
M/T |
|
ToetsRap |
Applicatie Digitaal Rapportageformat Toetsing (ToetsRap) is ten behoeve van de presentatie van de toetsresultaten in digitale vorm. De beheerder kan het toetsresultaat per mechanisme per dijkvak digitaal rapporteren. |
|
|
M/T |
Systemen voor opslag van basisdata
De volgende systemen worden momenteel en in de toekomst gebruikt voor de opslag van basisdata:
- DINO (momenteel);
- INTWIS (momenteel);
- IRIS (momenteel);
- BRO (toekomst).
Hieronder volgt een toelichting op welke wijze waterkeringbeheerders momenteel en/of in de toekomst gebruik (kunnen) maken van deze systemen.
DINO
Geotechnische basisdata worden momenteel opgeslagen in het DINO-loket en kunnen voor worden opgevraagd via www.dinoloket.nl. Ingeval dat basisdata is vastgelegd, is deze informatie doorgaans integraal in het toetsrapport opgenomen en bij de beheerder als document analoog of digitaal gearchiveerd. Efficiënt her- gebruik van deze data voor een volgende toetsing is hiermee niet goed mogelijk. In de toekomst zal voor toegankelijke opslag van basisdata gebruik worden gemaakt van BRO, een systeem dat een doorontwikkeling is van DINO (zie BRO).
INTWIS / IRIS
Waterschappen maken gebruik van INTWIS / IRIS ter ondersteuning van het primaire proces van het waterschap. IRIS vervangt INTWIS en is momenteel bij de meeste waterschappen geïmplementeerd. Ten aanzien van keringen bieden INTWIS en IRIS een vergelijkbare functionaliteit. Om basisdata werkbaar te houden, kunnen beheerders gebruik maken van deze systemen.
Digitale basisdata als sonderingen en boringen (zogenaamde GEF-bestanden) uit bijvoorbeeld DINO of van sondeerbedrijven kunnen informatie over de locatie en hoogte bevatten. Indien deze en/of andere basisdata geografische informatie bevat, is mogelijk dat op het kaartsysteem van INTWIS / IRIS middels een puntlocatie aangegeven wordt dat basisdata beschikbaar is. Deze puntlocatie verwijst naar het beschikbare bestand die in het informatiesysteem van het waterschap is opgeslagen. Bij het ‘aanklikken’ van de puntlocatie wordt het gerelateerde bestand getoond.
Naast deze nuttige toepassing van de basisdata voor de toetsing van de water- kering, wordt op deze wijze een organisatiebrede beschikbaarstelling van basis- data gerealiseerd. Deze basisdata is bijvoorbeeld ook nuttig voor inspectie, het beheerregister, de legger en het verlenen van keurontheffingen.
BRO
De BRO is een toekomstige wettelijke basisregistratie die naar verwachting operationeel wordt in 2012. Het betreft een doorontwikkeling van de huidige registratie Data en Informatie Nederlandse Ondergrond (DINO) en het Regionaal Geohydro- logisch Informatiesysteem (ReGIS) van TNO en kent een wettelijk kader. De BRO is de beoogde nationale verzamellocatie voor ondergronddata: meetgegevens, lab- resultaten en een aanzet tot geologische indeling. Het is de bedoeling dat voor alle overheidspartijen die bodemonderzoek uitvoeren of laten uitvoeren de verplichting bestaat om gegevens toe te leveren aan de basisregistratie. Ook gebruikers van de gegevens hebben een teruglever verplichting aangaande resultaten.
De basisregistratie bevat gegevens over de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond, de ondergrondse infrastructuur en gebruiksrechten van de ondergrond. De BRO bevat daartoe boringen, sonderingen, geo-elektrische metingen (VES), grondwaterstanden, grondwaterkwaliteitsgegevens, bodemfysische metingen en modellen, zoals bijvoorbeeld het Digitaal Geologisch Model en het hydrogeologisch ondergrondmodel van ReGIS.
Gegevens worden real-time ingevoerd en opgeslagen in het systeem. Herziening van het BRO 3D-ondergrondmodel zal om de vijf jaar plaatsvinden. Nieuwe gegevens worden dus tenminste eens in de vijf jaar geïncorporeerd in het 3D-model. Recent toegevoegde gegevens die nog niet zijn verwerkt in het 3D-model zullen als zodanig herkenbaar zijn.
Anticiperen op de toekomst
In de nabije toekomst worden de basisdata toegeleverd aan, en kunnen worden opgevraagd bij, de BRO. De noodzaak dat beheerders zelf basisdata bewaren en ontsluiten vervalt. Hiermee is het inrichten van eigen systemen door de waterkering- beheerder voor de opslag van basisdata niet nodig. De kwaliteit en beschikbaarheid van basisdata neemt feitelijk altijd toe. In het kader van verschillende onderzoeken zal de BRO derhalve worden aangevuld. Het blijft voor de waterkeringbeheerder hiermee essentieel vast te leggen welke basisdata ten grondslag ligt aan het oordeel over de veiligheid van de waterkering.
Systemen voor opslag van data-interpretatie
De volgende systemen worden momenteel en in de toekomst gebruikt voor de opslag van geïnterpreteerde data:
- MGeoBase (momenteel en toekomst);
- INTWIS (momenteel);
- IRIS (momenteel en toekomst);
- BRO (toekomst is onduidelijk).
In deze paragraaf volgt een toelichting op welke wijze waterkeringbeheerders momenteel en/of in de toekomst gebruik (kunnen) maken van deze systemen.
MGeoBase
Voor de opslag, interpretatie van sonderingen en de interpolatie tussen boringen en sonderingen is het programma MGeoBase beschikbaar van Deltares. In MGeoBase kunnen grondonderzoek en grondparameters eenvoudig worden geïmporteerd en kunnen 1D en 2D grondprofielen worden gegenereerd. Afhankelijk van het te volgen toetsniveau, wordt vervolgens gebruik gemaakt van andere software van Deltares. Bijvoorbeeld MSTAB voor het toetsspoor macrostabiliteit en MSEEP voor het toet- spoor piping. De rekeninvoer en –uitvoer van stabiliteit- of kwelberekeningen in MSTAB/MSEEP kunnen worden opgeslagen in MGeoBase. Voor controle en reproductie van het toetsresultaat zijn invoer- en uitvoergegevens digitaal beschik- baar. Indien de betrouwbaarheid van de ondergrond beter kan worden ingeschat, kunnen eenvoudig nieuwe grondprofielen worden gegenereerd en het effect op de stabiliteit worden bepaald.
INTWIS / IRIS
De geïnterpreteerde data en schematiseringen die gebruikt worden in rekenregels / modellen moeten uit oogpunt van reproductie en verifieerbaarheid zijn opgenomen in een toetsrapport. Indien deze informatie is vastgelegd is dit doorgaans integraal in het toetsrapport opgenomen en bij de beheerder als bestand analoog of digitaal gearchiveerd. Efficiënt hergebruik van deze data is hiermee niet goed mogelijk. Vastleggen van aannames en schematiseringen zorgt ervoor dat toetsresultaten reproduceerbaar en daarmee te verantwoorden zijn. Een beperking in INTWIS / IRIS, zowel momenteel als op korte termijn, is dat opslag van geïnterpreteerde data nog niet efficiënt mogelijk is, doordat gegevens handmatig moeten worden overgetypt vanuit de toetsrapporten. In INTWIS / IRIS is momenteel wel mogelijk op het kaartsysteem een puntlocatie aan te geven dat verwijst naar een bestand met geïnterpreteerde data, onderbouwing en wijze van schematiseren. Deze punt- locatie verwijst dan naar een centraal beschikbaar document die in het informatie- systeem van het waterschap is opgeslagen. Bij het ‘aanklikken’ van de puntlocatie wordt het gerelateerde bestand getoond. Dit bestand kan een document zijn (in WORD of PFD), maar kunnen ook invoer-, uitvoerbestanden zijn van bijvoorbeeld MGeoBase, MSTAB, MSEEP en RRD.
BRO
Momenteel is de scheidslijn tussen basisdata en geïnterpreteerde data bij BRO niet goed gedefinieerd. Een duidelijke afbakening van BRO moet inzicht geven in hoeverre geïnterpreteerde data beschikbaar is en voor welke toetsmechanismen de interpretaties bruikbaar worden geacht. Voor beheerders is het van groot belang dat deze afbakening van functionaliteit tijdig en voldoende helder is, zodat systemen, als bijvoorbeeld INTWIS / IRIS en MGeoBase, hierop aangepast kunnen worden.
Anticiperen op de toekomst
Voor opslag van geïnterpreteerde data voor hergebruik en toetsing kunnen kering- beheerders momenteel en in de toekomst gebruik maken van INTWIS / IRIS. Dit is het systeem dat waterkeringbeheerders ook voor andere waterschapstaken gebruikt. In INTWIS / IRIS is momenteel mogelijk om op het kaartsysteem een puntlocatie aan te geven dat geïnterpreteerde data voor het betreffende dijkvak beschikbaar is.
In de nabije toekomst zal geïnterpreteerde data en schematisering, invoer- en uit- voerfiles van berekeningen geografische informatie (XYZ-coördinaten) bevatten. Hierdoor zijn deze gegevens eenvoudig in een systeem als INTWIS / IRIS te koppelen aan het dijkvak waarop deze gegevens betrekking hebben.
Systemen voor opslag van toetsresultaten
De volgende systemen worden momenteel en in de toekomst gebruikt voor de opslag van toetsresultaten.
- ToetsRap (momenteel en toekomst);
- INTWIS (momenteel);
- IRIS (momenteel).
In deze paragraaf volgt een toelichting op welke wijze waterkeringbeheerders momenteel en/of in de toekomst gebruik (kunnen) maken van deze systemen.
ToetsRap
Het samenstellen van de Landelijke Rapportage Toetsing (LRT) van de tweede toetsing van de primaire waterkeringen bleek erg lastig doordat digitale documenten niet in een zelfde formaat werden opgeleverd. Om niet nogmaals deze problemen te ondervinden bij het samenstellen van de Landelijke Rapportage Toetsing van de derde toetsing van de primaire waterkeringen, is in het vigerende VTV (Voorschift Toetsen op Veiligheid) reeds een toelichting gegeven op de wijze van rapporteren voor de derde toetsing. Hier wordt onderscheid gemaakt in een schriftelijke rapportage en een digitale rapportage.
Door het projectteam Digitaal Rapportageformat Toetsing is een uitwerking gegeven van de digitale rapportage. Tevens is een web applicatie ontwikkeld waarmee beheerders de toetsresultaten ook daadwerkelijk digitaal kunnen rapporteren.
Deze software wordt aangeduid als ‘Applicatie Digitaal Rapportageformat Toetsing (ToetsRap)’ [23].
De basis van de webapplicatie ToetsRap wordt gevormd door een GIS-bestand met de dijkringen. Deze dijkringen geven de ligging van alle dijken, dammen en duinen. Ook zijn hierin alle primaire waterkerende kunstwerken als locatie opgenomen.
In het kort resulteert dit in het volgende proces:
- een beheerder logt in en ziet zijn areaal (dijken/dammen/duinen en kunstwerken);
- een beheerder knipt zijn dijken/dammen/duinen op in secties per deelspoor;
- een beheerder voegt onder meer het Technisch Oordeel, het Beheerdersoordeel en Veiligheidsoordeel toe per sectie en per deelspoor: ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘geen oordeel’);
- een beheerder geeft de resultaten vrij naar de Provincie;
- een provincie geeft haar Oordeel Provincie;
- een provincie geeft de resultaten vrij aan het Rijk;
- het Rijk geeft zijn Oordeel Rijk.
Uiteindelijk worden met Toetsrap de volgende gegevens vastgelegd per toets- spoor per dijkvak of kunstwerk:
- technisch eindoordeel beheerder: ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘geen oordeel’;
- eindoordeel beheerder: ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘geen oordeel’;
- gecombineerd eindoordeel beheerder: ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘geen oordeel’;
- diepgang beoordeling beheerder: ‘eenvoudig’, ‘gedetailleerd’ of ‘geavanceerd’;
- status beoordeling beheerder: ‘niet uitgevoerd’, ‘voorlopig’ of ‘definitief’;
- reden geen oordeel beheerder: ‘tussenscore onvoldoende’, ‘toetsinstrumentarium ontoereikend’, ‘ontbreken gegevens’ of ‘andere reden’;
- verwijzing brondocument beheerder;
- Eindoordeel provincie: ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘geen oordeel’;
- verwijzing brondocument provincie;
- Eindoordeel rijk: ‘goed’, ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘geen oordeel’.
ToetsRap voorziet momenteel nog niet in het tonen van voorwaarden waaronder keringen zijn beoordeeld. Keringen kunnen bijvoorbeeld onder voorwaarden worden goedgekeurd, indien onder maatgevende omstandigheden maatregelen worden getroffen.
De toetsresultaten worden centraal opgeslagen in een database die wordt ontsloten via een beveiligde internetsite. Hiermee komen de toetsresultaten landelijk op een uniforme wijze beschikbaar. Zijn de resultaten eenmaal ingevuld door de bij de toetsing betrokken partijen (waterkeringbeheerders, provincies en rijk), dan zijn deze resultaten eenvoudig te visualiseren in kaarten en tabellen. Zowel technici als beleidsmakers en bestuurders beschikken daarmee snel over de juiste informatie.
ToetsRap is daarmee belangrijk in het kader van opslag en presentatie van toets- resultaten voor de huidige en toekomstige toetsrondes.
INTWIS / IRIS
INTWIS / IRIS zijn geografische informatiesystemen, waarin mogelijk is toetsresul- taten op een gelijke wijze als ToetsRap te presenteren. Tot op heden wordt slechts beperkt gebruik gemaakt van deze wijze van presenteren van toetsresultaten. De toetsresultaten zijn doorgaans opgenomen in het toetsrapport en bevatten geen geografische informatie. Vermoedelijk is dit de oorzaak dat waterschappen nog geen of weinig gebruik maken van de mogelijkheden van INTWIS / IRIS om toets- resultaten te presenteren. Met ingang van 2009 worden de resultaten digitaal opgeslagen in de applicatie ToetsRap. Hiermee is aan de toetsresultaten geografi- sche informatie gekoppeld en kan een waterkeringbeheerder eenvoudig INTWIS / IRIS gebruik maken om toetsresultaten te presenteren.
Anticiperen op de toekomst
De resultaten van de toetsing worden met ingang van 2009 opgeslagen in de appli- catie ToetsRap. Hiermee zijn toetsresultaten uniform opgeslagen en te raadplegen voor alle betrokkenen in het toetsproces. Indien een beheerder een toetsing heeft uitbesteed, kunnen momenteel toetsresultaten niet direct worden ingevoerd in ToetsRap: dit omdat toetsrapportages veelal tekstueel zijn ingestoken. Beheerders moeten de toetsrapportages vertalen naar geografisch georiënteerde informatie, de dijkvakken. In de toekomst kan en moet dit veranderen. Toelevering zal plaats- vinden in de vorm van GIS informatie volgens een vast formaat met een toelichtende rapportage. De GIS informatie kan direct worden ingelezen in ToetsRap, waarna ToetsRap als database voor toetsresultaten fungeert richting alle betrokkenen in het toetsproces. Een eventuele koppeling met IRIS is momenteel niet voorzien.
In ToetsRap zijn toetsresultaten per toetsspoor per dijkvak opgeslagen. Deze structuur biedt mogelijkheden om ook de onderbouwing van het toetsresultaat toegankelijk op te slaan en te presenteren. Op deze wijze is bij het opvragen van het toetsresultaat van een dijkvak direct inzichtelijk welke locatie representatief is gesteld en op grond van welke basisdata. Toegankelijk opslag en presentatie van deze data is momenteel niet voorzien in ToetsRap.