Zoeken in deze site

Opdrijven van het achterland en de grenspotentiaal (bij par. 2.2.5) - Bijlage 4

Bijlage 4 Grondwaterstromingsberekeningen

Opdrijven van het achterland en de grenspotentiaal (bij par. 2.2.5)

Hydraulische grondbreuk of opdrijven treedt op als de waterdruk in het watervoerend pakket aan de achterzijde van de dijk gelijk wordt aan het gewicht van het bovenliggende grondpakket. De korrelspanning op het scheidingsvlak is dan juist 0.

De hierbij optredende potentiaal wordt de grenspotentiaal ϕg genoemd. De potentiaal ϕg wordt afgeleid uit de verticale grondspanning volgens:

afbeelding_frombase64_0

Een en ander is in figuur b4.1 verduidelijkt.

afbeelding_frombase64_1

Figuur b4.1 Opbarsten binnendijks maaiveld

Echter bij berm- en dijksloten spelen naast het laaggewicht ook andere effecten een rol (zoals boogwerking). Het feit, dat een sloot niet opbarst, kan juist ongunstige gevolgen hebben voor de stabiliteit, omdat de ventielwerking van de sloot dan ontbreekt. Het is derhalve van belang, dat de grenspotentiaal ter plaatse van de sloot voorzichtig (dus voor de stabiliteitsbeoordeling niet te laag) wordt ingeschat. In het algemeen geldt dat voor de beoordeling van de stabiliteit een hoge waterspanning maatgevend is. In het Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen [TRZW,1999] is aangegeven hoe de grenspotentiaal kan worden berekend indien een sloot aanwezig is.

Bron

Technisch Rapport Waterspanningen bij dijken (DWW-2004-057)

Hoofdstuk
Bijlage 4
Auteur
Meer M.T. van der, J. Niemeijer, W.J. Post, J. Heemstra
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau, GeoDelft, Arcadis
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
September 2004
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.