Onzekerheid over ondergrondopbouw
Zoals gezegd kan onzekerheid over de ondergrondopbouw niet in de huidige rekenmodellen voor (probabilistische) stabiliteitsanalyse worden meegenomen. Toch is de opbouw van de ondergrond, aan de hand van normaal grondonder-zoek, vaak niet eenduidig vast te stellen.
Om toch met die onzekerheid rekening te houden kan men scenario’s voor de ondergrondopbouw vaststellen die mogelijk zijn (of niet uitgesloten kunnen worden) op basis van de uitkomsten van het grondonderzoek. Aan die scenario’s worden kansen toegekend, bijvoorbeeld P(O1) aan ondergrondopbouwscenario O1, P(O2) aan ondergrondopbouwscenario O2, enzovoorts. De som van de kansen moet gelijk 1,0 zijn. Vervolgens wordt de probabilistische stabiliteitsanalyse uitgevoerd voor alle scenario’s. Dit levert voor elk scenario een conditionele instabiliteitkans P[inst | Oi ]. De totale instabiliteitkans wordt gevonden door die conditionele kansen te vermenigvuldigen met de corresponderende scenariokansen P(Oi ) en te sommeren.
De moeilijkheid hierbij is dat er voor het vaststellen van de scenariokansen geen objectieve methodiek bestaat. Toch maakt dat de aanpak niet zinloos. Een geoloog die bekend is met het gebied is goed in staat om de scenario’s te beoordelen en kwalitatieve uitspraken te doen over de waarschijnlijkheid van die scenario’s. Bijvoorbeeld zoals: scenario’s O1 en O2 zijn even waarschijnlijk, maar scenario O3 is, hoewel onwaarschijnlijk, niet uit te sluiten. In dat geval kunnen we de volgende scenariokansen aannemen: P(O1) = P(O2) = 0,45 en P(O3) = 0,10. Wanneer dan vervolgens blijkt dat de bijdrage van scenario O3 niet groot is in de totale instabili-teitkans is er niets aan de hand. Is die bijdrage wel groot, of zelfs dominant, dan zijn er twee opties, namelijk:
- accepteren dat scenario O3 niet uitgesloten kan worden en dus ook de mogelijke consequenties ervan accepteren (bijvoorbeeld afkeuren, of een aanpassing van het ontwerp)
- via verder onderzoek het scenario O3 elimineren dan wel de kans op dit scenario substantieel reduceren.
Uiteraard is er ook een kans dat door verder onderzoek het scenario O3 bewaar-heid wordt. Dat is uiteraard zuur, maar geeft natuurlijk wel een bijdrage aan de risicoreductie.