Methode van Lane
Aanbevolen wordt om deze methode voor pipingcontrole uitsluitend toe te passen indien de methode van Sellmeijer niet toepasbaar is, bijvoorbeeld wanneer kwelschermen aan de bovenstroomse zijde of midden onder de kering worden toegepast. Deze methode kan verder worden toegepast voor heavecontrole, zowel voor toetsen als voor ontwerpen. Echter, in een ontwerpsituatie is het gebruik, indien mogelijk, van de (minder strenge) heavecontrole-regels uit paragraaf 6.2.5. aan te bevelen. In sommige situaties is het gebruik van deze regels niet goed mogelijk, bijvoorbeeld bij achterloopsheid. Het rekenmodel voor tweedimensionale grondwaterstroming schiet daarbij te kort. In die gevallen is de methode van Lane het laatste redmiddel, tenzij een echte driedimensionale grondwaterstromingsanalyse wordt overwogen.
De in rekening te brengen kwelweglengte is opgebouwd uit verticale en horizontale componenten. Deze kunnen bestaan uit kwelschermen, een verticaal deel bij de uitstroom en de kwelweg onder het voorland en onder de dijk. Bij het berekenen van de aanwezige kwelweglengte wordt het horizontale deel voor 1/3 in rekening gebracht.
Voor het bepalen van de kritieke kwelweglengte moet de gewogen creepfactor van Lane bekend zijn. Deze is afhankelijk van de materiaaltypering in de watervoerende laag; een schatting van de grofheid van het zand is voldoende. De methode van Lane gebaseerd op empirie. Bij de toetsing dient gerekend te worden met de (beste schatting van de) minimale kwelweglengte en het verval bij maatgevende buitenwaterstand.