Scheuren en openstaande naden komen in het algemeen alleen voor bij bekledingen van waterbouwasfaltbeton en zandasfalt. Als voorbereiding voor het vullen, worden kleine (< 5 mm) scheuren (naden) gereinigd door vuil en losse delen te verwijderen met een luchtcompressor. Scheuren van grotere omvang (5-20 mm) worden gereinigd door vuil en losse delen met een hete lucht lans te verwijderen. Door de hitte van de lans wordt de scheur bovendien gedroogd en verwarmd. Dit komt de hechting aan het vulmiddel ten goede. Bij grote (> 20 mm) en diepe scheuren wordt de scheur open gefreesd om het vulmiddel diep in de scheur te kunnen laten vloeien en over een groot oppervlak contact te laten maken met de bekleding. Ook kan de (bijgewerkte) rand worden voorzien van een primer (een kleefmiddel).
De aard van het vulmiddel is afhankelijk van de scheurbreedte. Hoe breder de scheur, hoe groter de maximum korrelgrootte van het aggregaat kan zijn. De volgende middelen worden gebruikt waarbij de breedte van de scheur indicatief is:
-
Bitumenemulsie (scheurbreedte tot 5 mm);
-
Bitumenpasta op basis van oplosmiddel (scheurbreedte tot 20 mm);
-
Voegvullingsmassa (scheurbreedte 5-20 mm);
-
Asfaltmastiek (scheurbreedte 20-50 mm)
-
Gietasfalt (scheurbreedte 50-100 mm);
-
Oorspronkelijk bekledingsmateriaal (open gefreesde scheurbreedte > 100 mm).
Figuur 10-9: Vullen van scheur met bindmiddel - Roggeplaat – 1986
Het vulmiddel wordt aangebracht met een gieter en zwabber, een trekbak of een lans. De scheurreparatie kan op gelijke hoogte met het oppervlak worden afgewerkt, met enige overhoogte (overseal-banding) of als verdiepte “T”.
In zeer brede of werkende scheuren kan een membraan van wapeningsmateriaal (glas-, kunststof- of staalwapening), of een SAMI (Stress Absorbing Membrane Interlayer, een
scheurremmende tussenlaag) worden aangebracht. Voordat tot een dergelijke behandeling wordt overgegaan moet de noodzaak van deze oplossing worden vastgesteld en moet het effect van deze maatregel in de flexibele constructie worden nagegaan.
De gevulde scheur of naad wordt afgestrooid met zand of steenslag 1/3 of 2/6, gevolgd door het licht aanrollen met een handwals. Naderhand wordt overtollig afstrooimiddel weggeveegd. De hoeveelheden materiaal zijn sterk afhankelijk van de breedte van de scheur.
Een voorbeeld van een scheurvulling wordt gegeven in Figuur 10-10.
Figuur 10-10: Scheurvulling