Aangezien in dit voorbeeld een vrij groot deel van het dwarsprofiel bestaat uit berm en bovenbeloop is het in dit geval zinvol deze onderdelen reeds in deze fase te beschouwen. Het ontwerpproces in deze Handreiking gaat er vanuit dat deze onderdelen in de volgende stappen worden gedimensioneerd, daarom wordt voor de dimensionering ervan verwezen naar de volgende paragrafen.
Zoals in de vorige paragraaf berekend, is het mogelijk om betonzuilen of basaltzuilen toe te passen op het onderbeloop. Voor de betonzuilen geldt dat in principe de lichtste zuil (met standaard: dichtheid beton 2300 kg/m3) de voorkeur heeft. De reden is dat deze zuilen bij zuilhoogte 25-30 centimeter het goedkoopst zijn. Een tweede overweging voor deze keuze is, dat het tijdens de uitvoering makkelijker is om de zuilen op de juiste plaats te laten komen door te sturen op basis van verschillende zuilhoogte dan op basis van verschillend soortelijk gewicht. Dit vanwege het ontbreken van visueel onderscheid tussen zuilen met verschillende dichtheid. De gekozen zuiltypen voor het onderbeloop staan in Tabel 6-6.:
Tabel 6-6: Mogelijke zuiltypen en zuilhoogten onderbeloop
profiel [km]
|
traject [km]
|
rekenwaar- type zuil de helling
|
39,7
|
39,15–40,10
|
1:2,9 0,30 / 2300: beton (m / kg/m3)
|
39,7
|
39,15–40,10
|
1:2,9 0,22 / 0,25: basalt (zuilhoogte rekenwaarde/
|
bestekswaarde)
Voor de berm zijn de volgende bekledingstypen mogelijk (zie voor dimensionering
§6.3.2 Berm):
Tabel 6-7: Mogelijke zuiltypen en zuilhoogten berm
Profiel
|
traject
|
type betonzuil
|
hoogte basaltzuil
|
[km]
|
[km]
|
[m] / [kg/m3]
|
[m]
|
38,1
|
38,0 – 38,14
|
0,40 / 2300
|
0,24
|
39,07
|
38,15 – 39,20
|
0,35 / 2300
|
0,23
|
39,7
|
39,20 – 40,10
|
0,30 / 2300
|
0,18
|
Voor het bovenbeloop zijn de volgende bekledingstypen mogelijk (voor dimensionering van het buitentalud boven het ontwerppeil, zie §6.3.3):
Tabel 6-8: Mogelijke betontypen bovenbeloop
profiel [km]
|
Traject [km]
|
helling [cot]
|
rekenwaarde helling [cot]
|
Hs[m]
|
Tp[s]
|
type betonzuil
[m] / [kg/m3]
|
38,1
|
38,00 – 38,14
|
3,0
|
2,8
|
1,03
|
6,11
|
0,30 / 2300
|
38,7
|
38,14 – 39,00
|
3,0
|
2,8
|
1,03
|
6,11
|
0,30 / 2300
|
39,7
|
39,00 – 40,10
|
3,1
|
2,9
|
1,03
|
6,11
|
0,30 / 2300
|
Er is een relatief kleine hoeveelheid basaltzuilen beschikbaar, die mede vanwege het handmatige zetwerk, uitermate geschikt zijn om toe te passen in kleine vakken tussen te handhaven basaltglooiingen.
De locatie tussen km 38,0 en 38,14 is zo’n vak. Dit betreft een vrijwel horizontaal gedeelte op de berm. Een andere locatie is het onderbeloop van km 39,15 – 40,10 op het traject voor de herprofilering van de verhoogde berm. Hierbij is de overgang van bermhoogte ter plaatse van km 39,15 inbegrepen. Het restant van de basaltzuilen kan in depot worden gezet voor toepassing in een later stadium voor de verbeteringswerkzaamheden Urk – Ketelbrug.
Geverifieerd dient te worden of de zuilen op het onderbeloop voortgezet kunnen worden op de berm. Het is onpraktisch om op de berm een lichtere zuil toe te passen dan op het onderbeloop. Omgekeerd echter, wanneer alleen op de berm een zwaardere zuil moet worden toegepast, wordt de zwaardere zuil niet over het hele onderbeloop toegepast uit oogpunt van kosten.
In Tabel 6-9 zijn de mogelijke bekledingen per profiel gepresenteerd.
Tabel 6-9: Mogelijke bekledingen per profiel
profiel
|
traject
|
bekleding
onderbeloop berm bovenbeloop
|
[km]
|
[km]
|
[m] [m] [m] / [kg/m3]
|
38,1
|
38,00 –
|
n.v.t. basalt min. 0,26 betonzuilen 0,30 / 2300
|
|
38,14
|
|
38,7
|
38,14 –
|
n.v.t. n.v.t. betonzuilen 0,30 / 2300
|
|
39 00
|
|
39,07
|
39,00 –
|
n.v.t. n.v.t. betonzuilen 0,30 / 2300
|
|
39,15
|
|
nvt
|
39,15 –
|
basalt min. basalt min. 0,25 betonzuilen 0,30 / 2300
|
|
39,20
|
0,25
|
39,7
|
39,20 –
|
basalt min. idem onderbeloop betonzuilen 0,30 / 2300
|
|
40,10
|
0,25
|